Meskerem Mees - Julius

Mayway Records

Julius

Al degenen met een hart van steen of staal, gelieve dit album te negeren. Tenzij je vrijwillig in therapie wil gaan om het in te ruilen voor een peperkoeken exemplaar.

Eigenlijk is het een wonder dat dit soort albums nog gemaakt worden. In tijden waar er tijdens veldritten meer volk staat in de feesttent om los te gaan op Snollebollekes, Die Partykracher en The Partyjocks (ja, we hebben dat moeten opzoeken) dan langs het parcours, zijn er dus toch nog mensen die gaan voor puurheid. Ze zijn zelfs met velen, want Joe werd een even onwaarschijnlijke als gigantische hit.

Seasons Shift en Astronaut bevestigden haar enorme talent. En goed nieuws: deze plaat staat vol met zulke pareltjes zonder dat het vervalt in een kampvuurplaatje, gemaakt door een meisje met een gitaar. Op sommige nummers komt cellist Febe Lazou een beetje extra melancholische schoonheid toevoegen en we horen hier en daar ook een piano of een dwarsfluit. In Blue And White en afsluiter How To Be Alone zelfs samples van veldopnames.

Maar wat meer is: Meskerem Mees wisselt breekbare folkparels ingenieus af met humor. Dat zat al een beetje verstopt in The Writer waarin ze bekent dat ze dat ze soms valsspeelt (“Instead I will write happily my third autobiography / On loneliness and anxiety and other types of misery / Cause that's what people read”), maar dat is nog niets in vergelijking met het hilarische Queen Bee waarin ze June Carter lijkt achterna te gaan of Where I’m From, waarin ze een wel heel vreemd beeld van haar land van herkomst schetst.

Queen Bee laat ze dan wel volgen door een kort, fragiel nummer als My Baby waarin stem, gitaar en het subtiele samenspel met Lazoe centraal staan dankzij de sobere, maar effectieve productie van Koen Gisen. En dan gaat het verder met Man Of Manners, een nummer dat wel uit de pen van Dylan had kunnen komen. Door deze constante wisseling aan sferen zit er een heel sterke dynamiek in de plaat en gaat ze niet vervelen.

En dat is straf, want welke tweeëntwintigjarige durft het aan een album te maken waarin alle gewicht op stem en composities ligt? Welke debutant kan een hele langspeler lang een publiek boeien met zo weinig trucs in de mouw? We zagen het Chris Cornell ooit proberen op Cactusfestival, maar dat lukte niet helemaal. OK, zijn set duurde toen bijna tachtig minuten, maar hij was dan ook een veteraan.

Dat was ook Julius Caesar, toen hij onze streken veroverde. Hij deed het met bruut wapengekletter, Meskerem Mees doet het met tederheid en schoonheid. Luister maar eens naar Song For Lewis, onze persoonlijke favoriet van de plaat.

12 november 2021
Marc Alenus