Matt Watts - How Different It Was When You Were There?
Starman Records
De in Amerika geboren, maar in België residerende Matt Watts (The Calicos) is een integere rasmuzikant die we al even in de gaten houden. Met 'How Different It Was When You Were There' is er nu eindelijk de langverwachte opvolger van 'Songs From A Window', waarop hij zich onder meer laat begeleiden door Stef Kamil Carlens en Eriksson Delcroix. De plaat klinkt eerst donker en duister, maar wint door zijn bespiegelingen over de kracht van liefde en vriendschap aan betekenis.
Al van bij de haast tijdloze opener Time Turns As An Engine heeft de songwriter je meteen genadeloos te pakken. Matt Watts neemt je mee naar een heel ander tijdperk en maakt indruk met zijn soms archaïsche beeldenrijkdom (zo duikt de dochter van Hesperides op) en taal ("My mind's asunder and all my love forlorn"). Op muzikaal vlak vallen dan weer de wonderlijke, aan woestijnzand en Ry Cooder refererende gitaarsounds van Geert Hellings (Stanton) op.
Tijdens de intro van Joanne - een door weemoedig slidewerk versierd duet met Nathalie Delcroix - bevestigt Watts losjes dat de tape nog steeds a-rollin' is. De song is een knikje richting Dylan en The Band. Het geeft goed weer hoe Watts zich laat voorstaan op huiselijke ambacht, warmte en vooral sfeer. Niemand beter overigens om rusteloosheid en eenzaamheid te evoceren dan deze Matt Watts.
De samenwerking met Nicolas Rombauts (ex-Dez Mona, Stef Kamil Carlens, The Colorist) en Carlens doen Watts hoorbaar veel goed, want het songmateriaal dat hij op dit album presenteert, mag dan wel voortbouwen op eerder werk, het levert vooral het bewijs van zijn muzikale evolutie. En dat heeft vooral te maken met de geweldige muzikanten die hij in het verhaal betrekt. Dit is geen soloalbum, maar een echte groepsplaat.
Maar Watts blijft wel de spil en zijn songs vormen het basismateriaal. Eén van de hoogtepunten is de knappe, onderhuidse groove van Your Love Is Not Your Own, die live ongetwijfeld een hypnotiserend moment van wild op hol geslagen americana oplevert. Het tempo daalt daarna met het verkillende, onheilspellende How Many Years.
Ook het tempo van de countryballad Just One More Man To Be Turned Loose ligt niet erg hoog, al zingt Watts zich in de buurt van een rootsy troubadour als Townes Van Zandt. Ook Cohen blijft een referentiepunt, zeker tijdens prachtsongs als If We'll Ever Be Here Again - hoogtepunt nummer twee - waarin hij, net als Cohen dat kon, haast in je oor lijkt te fluisteren en op je ziel krast. Daarop komt Watts bij uitstek naar voren als een door het leven getekende songwriter wiens stem naar de keel grijpt. Zoals ook Conor Oberst dat kan.
Naarmate het album vordert, worden de songs sterker, want ook het levenswijze Things Have Surely Changed - dat weggelopen lijkt uit Dylan's 'Blood On The Tracks' - is de moeite. Het venijn zit hem in de staart van het album: op Endless Twisted Root bouwt Björn Eriksson met opgejaagd, elektrisch spanning op. En dan is er het ragfijne, door een cocktail van sigaretten, whisky en codeïne beïnvloede Many A Friend Too Kind waarop Carlens opduikt en Watts met de tragiek van een volleerde Hank Williams afscheid neemt. Als bonus krijgen we nog een tot de naakte kern herleid Known Thieves, dat afgesloten wordt met een glimlach.
Dit is een plaat vol oprecht sentiment en prikkelende, suggestieve verhalen in fijne songs die bijzonder fraai ingekleurd werden door Watts en zijn band en waarop hij het verhalende aspect meer dan ooit naar voren schuift.
Matt Watts stelt het album voor op 2 maart in de Arenbergschouwburg (Antwerpen).