Marty Friedman - Tokyo Jukebox 3

mascot label group

Tokyo Jukebox 3

Na een tienjarige carrière als gitarist bij thrashmetalband Megadeth trok de Amerikaan Marty Friedman naar Japan waar hij momenteel al een decennium of twee op handen gedragen wordt. Samenspelen met het kruim van de Japanse (!) metalbands, optredens in zo’n tweehonderd Japanse TV-shows, een eigen heavy metal tv-programma (Rock Fujiyama) tot een rol als professor in ’s lands grootste tv-kwis of zelfs een deelname in het titanengevecht Wrestle Kingdom 8 in de gigantische Tokyo Dome. Friedman is met zijn zowel Oosters als klassiek geïnspireerde, progressieve gitaartechniek dan ook een artistiek unicum die een indrukwekkende brug slaat tussen twee werelddelen.

En neem dat woord “indrukwekkend” gerust letterlijk. ‘Tokyo Jukebox 3’ is het slotstuk van een trilogie waarop Marty Friedman eigen bewerkingen maakt van Japanse metalclassics. En laat “coveren” nu net in de lijn liggen van “karaoke”: een onmisbaar cultureel aspect in het Land van de Rijzende Zon. Waardoor dit album net als de voorgangers alvast goed is voor platinium, goud, diamant of whatever. Komt er nog bij dat Friedman de Aziatische fans zomaar eventjes tien jaar liet wachten op Deel 3. Wat ook geldt voor de andere wereldwijde fans, die zich “bekeerd” voelen tot de Japanse cultuur dankzij deze oosterse muzikale ambassadeur.

Het ziet er alvast heel bizar en onvertrouwd uit: een heavy metal-ster die zich heeft laten pimpen met kimono, glamschmink en een – laten we eerlijk zijn – stevig plastisch verjongd gelaat. Maar vergeet niet dat wat hier vreemd lijkt, aan de andere van Azië een hele eer is. Elke cover is een tribute, een muzikale verheerlijking die niet lichtvoetig mag opgevat worden. En Friedman meent het dus ook echt. Want anders sluit je deze trilogie niet af met een nummer met een kanjer van een titel als Japan Heritage Official Theme Song.

Wat betekent dit dan? Denk aan de meest heroïsche gitaaranthems en thematische instrumentale singalongs. Liedjes en riffs die vanaf de eerste weergave al in het geheugen blijven hangen en maintrack zouden kunnen zijn van de zoveelste eighties-sequel. Leuk, levendig en naar onze normen een beetje klef. Maar dan passeer je ook aan een ander aspect: een impressionistisch gevoel voor weerbarstige structuren, tegen elkaar uitgespeelde karakters, riff- en ritmewijzigingen. Kortom, een techniciteit die enkel de grootsten gegund is en waarbij de songwriter in een handomdraai het gitaarspel even wegcijfert voor klassieke piano-intermezzi, elektronische mangagekte of funky drum- en baswaanzin. Er zit een stevige portie onderhuidse funk in deze plaat.

Daardoor blijft Marty Friedman netjes buiten het vaarwater van “parodie” en houdt hij de twaalf songs heel erg scherp en intelligent. En daarbij zijn bovenstaande elementen natuurlijk handig, bovenop de vlijmscherpe, snelle en indrukwekkende solotechnieken van de vingervlugge snarenplukker.

Is dat soms wat te veel? Zeker. Als een song als Gurenge in een dertigtal seconden wipt van speedtrash naar heavy en funkmetal of een minuut later een drum’n’ bassritme en piano binnenlaat, is het toch even naar zuurstof happen. Zonder enige omhaal durven we dit album dan ook betitelen als “muziek voor gevorderden”.  En aanraden om een liedje of drie, vier te beluisteren en dan deze jukebox even te laten rusten. Of gewoon een keer of twee The Perfect World te beluisteren, een track van de Japanse hardrock-dancerocksensatie Man With A Mission met één van dé grootste J-Pop zangeressen, Alfakyun, achter de micro. Hoewel vreemd genoeg de vlakke productie hier weer je tenen doet omkrullen.

Maar wat betekent daMusic in godsnaam tegen een grootmacht als Japan? Of tegen een gitaargod die met een instant classic als U.S.A. zelfs alle laatste vijf presidenten de oorlog durft te verklaren?

11 mei 2021
Johan Giglot