Marshland - Don Marsh V

Solidude Records

Don Marsh V

Midlifecrisis, zin in avontuur of een foute levering van de postbode: we begrijpen nog steeds niet goed hoe een jazzplaat nu in onze speler belandt. We spelen het eerlijk, beste lezer. Onze laatste jazzkenner stierf ongeveer samen met Dave Brubeck uit. Maar kijk, als u ons een kans geeft om onze mening over dit onontgonnen terrein te respecteren, geven wij de kans om deze plaat de exploreren.

Marshland is een virtuoos kwintet rond Wouter van den Broeck en Jonas Bruneel met klassieke instrumentenbezetting van ritmesectie, piano, tenorsax en trompet. En die worden op de tien akoestische composities van ‘Dan Marsh V’ optimaal ingezet. Want deze plaat begint best intens. Met een fel, vrij uptempo Bermuda met een typisch swingende latenight pianosfeer, shuffledrums en veel door elkaar dwarrelende notenschema’s – voor een ongeoefend oor: drukte.

En toch merk je door de eigenheid van individueel gesoleer en vrije improvisaties ook een soort eenheid. Een dynamiek waarbij de vijf muzikanten naar elkaar luisteren en elkaar aanvullen. Trompet, tenorsax en piano die mooi melodieus door elkaar kronkelen in zowat het meest laidback moment van deze plaat, Marshland IV – Rays voor het nummer opklimt naar een collectieve hoogte.

Of je krijgt een lange tijd van onderling aftoetsen van noten en structuren in Very Late waarna plots dankzij enkele samenvattende tikken van drummer Matthias de Waele alle instrumenten samenvallen en uit de startblokken schieten. Op zo’n momenten van harmonie toont het vijftal veel meer dan zijn overigens perfect technisch kunnen.

Al even dankbaar om de toegankelijkheid te verhogen: Marshland durft in songs als die energieke opener nogal stevig in de broeierige jams en jaren ’70 New Orleans drukte duiken, maar zwemt in feite minstens even graag in een wat meer rustig, sfeervol bad van dromerige, kabbelende freejazz met veel zuurstof.

En dat is niet om te laten horen wat het kwintet allemaal kan, maar eerder als een soort van inkomticket voor een breed publiek. Een publiek dat graag aandachtig wegdoezelt bij de lyrische melodieën van piano of trompet die geruggesteund wordt door nogal onstuimige, hoekige drumpartijen. En dat halfweg door een opvallende, chaotische bebop van Rhytmicus (say no more) even stevig door elkaar gerommeld wordt. Een oefening van rustige momenten en energieke jazzcompositie die ook nog een tweede keer herhaald wordt en eindigt in een stevig zooiend Bogblues.

Stevig jazzwerk dus. Eentje dat zowel doorwinterde genrefans alsook brede muziekliefhebbers wel kan bekoren. Toegegeven, het is een beetje wennen aan het feit dat de vijf leden misschien net iets té veel van zichzelf willen laten horen en rustmomenten op deze plaat wel heel erg welkom zijn. Maar verder... good work.

16 november 2022
Johan Giglot