Markus Floats - Third Album

Constellation Records

Third Album

Markus Floats is Markus Lake. ‘Third Album’ is eigenlijk zijn debuut, twee zelf uitgebrachte cd-r’s niet meegerekend. Zijn muziek is geen muziek, maar abstracte expressie. De hoes van deze plaat is even vormeloos als de muzikale inhoud. Om maar te zeggen dat niets is wat het lijkt op dit album. Het gekende postrocklabel Constellation rijdt hier in elk geval een erg scheve schaats.

Markus Floats is een artiest met grote A: een multidisciplinair autodidact die zijn emoties en gedachten op een erg expressieve manier tentoonspreidt. Op muzikaal vlak betekent dat via een elektronische blend van melodische lijnen, dwarsliggende pulsen, atonale opwellingen en bizarre texturen die de eigen wetmatigheden kiezen. Verwacht zes avant-gardistische stukken die variëren tussen twee en acht minuten – we hebben het moeilijk om ze “composities” te noemen - met als grote doel de luisteraar in de war te brengen. Op Discogs gecategoriseerd onder “downtempo, ambient”, maar op de hoes achteraan een letterlijke “special thanks to all the punks 2020”.

In elk geval ligt de lat hier erg hoog. Muziek is volgens de DIY-Canadees niet iets wat je maakt, maar iets wat je bent en dat je beleeft. En daarom staat muziek los van wetten en regels en zijn zaken als toeval en momentopname zo belangrijk. Zo kom je uit op de zes tracktitels Forward, And, Forward Again (kant A) en Always, Moving, Forward Always (kant B). Als een soort van levenscyclus.

Inhoudelijk bestaan die tracks grotendeels uit een combinatie van glijdende en duwende drones en een variatie van dwarse synthesizerpatronen. Die basis wordt verstoord door (of verrijkt met, zo u wenst) subtiele veldopnamen, tics, ratels of extra toetsen en atonale pulsen en interventies. Traag en met veel ruimte. Keer op keer zonder enig begin of eind. Zonder kop en zonder staart. Zoals een track als And aangeeft: drone over drone over drone, als muzikale golven die over de luisteraar en over elkaar heen spoelen. Met hier en waar wat toefjes en noten. Of dat hikkend geheel van pulsen en tunes van Always. Of die over elkaar gedrapeerde orgelnoten waaruit het korte Moving bestaat. En zo heeft elk van de zes zijn eigen aanpak, wat gelukkig voor een stevige diversiteit zorgt. Dat garandeert toch keer op keer enige melodieuze bezigheid. Niet om te beluisteren, om te beleven.

Het is natuurlijk altijd mogelijk dit soort van avant-gardisme en real time inventiviteit ten hemel te prijzen. Kunst met de grote K voor de happy few met de dikke “FFFF”. In alle eerlijkheid: we vinden er geen drol aan en betreuren het niet dat Mister Lake er na een half uurtje de brui aan geeft.

12 augustus 2020
Johan Giglot