Marina Allen - Candlepower
Fire Records
In februari van dit jaar daalde ze schijnbaar plots als een engel uit de hemel op aarde neer en op de debuutplaat weet Marina Allen opnieuw te verrassen.
Als de tijden het donkerst zijn, is de verlossing nabij. Zo lijkt het tenminste vaak. Net zoals na het donkerste van de nacht plots licht gloort aan de einder, zo voelde ook de kennismaking aan met Marina Allen, de jonge zangeres die eind 2020 tekende voor Fire Records. Eerste single Oh, Louise was immers een magische, tijdloze, zwierige popsong in de beste traditie van The Carpenters, Fleetwood Mac en aanverwanten. Bovendien bleek hij gezegend met een filmisch woordspel ,gezongen door een zangeres met een stem van rekbaar fluweel.
En er staan nog zo’n pareltjes op dat – veel te korte – debuutalbum. Meest recente single Original Goodness bijvoorbeeld, een korte, intieme folksong van maar net over twee minuten, waarin Allen de diepste regionen van haar stem opzoekt. Alsof ze zelf de bodem van de kloof wil opzoeken waarover ze zingt, de kloof tussen wanhoop en wedergeboorte. Dan is er ook nog de single die tussen de twee eerder genoemde zat: Sleeper Train, een beklijvend, lichtjes psychedelisch folknummer met een echoënde elektrische gitaar en af en toe een hoge uithaal à la Kate Bush. Hierin neemt Allen ons mee in zowel haar droom als in de natuur, plekken waar het goed toeven lijkt.
Maar wie afgaat op de singles, wordt door de vier andere tracks op de plaat toch verrast. Want zo lieflijk als op de drie genoemde nummers klinkt Marina Allen niet altijd. Belong Here, waarin ze veel gebruik maakt van fijn klingelende windgongs, vervormde fluiten en belletjes, lijkt wel een gezongen toverspreuk. Opzettelijk scheef getrokken noten en in laagjes gestapelde stem geven de track een heidens, ietwat schrikwekkend karakter. Believer heeft eveneens iets tribaals. Met die aparte percussie, de gesproken tekst en de knipoog naar Joni Mitchell in de tekst heeft deze song vooral aardkleuren. Ook afsluiter Reunion, waarin Allen zich enkel door een eenzame pianotoets laat begeleiden, klinkt behoorlijk bevreemdend.
Enkel Ophelia past qua karakter nog een beetje bij de tijdloze klassepop, die Allen etaleert op de singles. Toch biedt dit nummer weer nieuwe mogelijkheden van Allens stem, die kan zweven, grommen, ontroeren en betoveren. En dat doet ze ook allemaal op dit album dat alles bij elkaar nog geen twintig minuten duurt.
Gelukkig liet Allen weten dat ze al volop aan nieuwe muziek werkt en al opnieuw zo goed als een half album klaar heeft.