Marcus King - Mood Swings
Republic Records
Roots- en bluesrocker Marcus King daalde af naar de diepste krochten van zijn ziel en keerde terug met een gevarieerde, openhartige en doorleefde plaat. ‘Mood Swings’ heet die en ze klinkt heel anders dan de platen hij tot dusver heeft gemaakt.
Intimi weten het al langer, maar voor de buitenwereld kon hij het lang goed verbergen: Marcus King worstelt al van in zijn tienerjaren met mentale problemen. Bipolaire stoornissen worden in zijn familie - net zoals muzikaal talent trouwens - doorgegeven met de genen. Voeg daar nog jaren overmatig drank- en drugsgebruik en een toxische relatie aan toe en je weet dat daar vroeg of laat vodden van komen. Tenzij je je op tijd laat helpen of op het juiste moment de juiste personen tegen het lijf loopt.
Zo werd King een paar jaar geleden na een tv-optreden opgebeld door Rick Rubin. De producer, meer dan gemiddeld geïnteresseerd in de mens achter de artiest, begreep tijdens de eerste gesprekken al snel dat die mens er niet te best aan toe was. Hij probeerde King ervan te overtuigen dat hij, wilde hij zijn demonen ooit overwinnen, die recht in de ogen moest kijken en bij wijze van spreken moest laten meeschrijven aan zijn songs. Toch zou het nog een poos duren voor King daadwerkelijk met Rubin in zee ging. Daarvoor moest hij eerst de vrouw ontmoeten voor wie hij zijn leven wilde verbeteren.
Toen het eindelijk zo ver was, had King al een pak materiaal liggen. Nieuwe songs, maar ook oudere liedjes die niet pasten op de vorige soloplaten. Enkele daarvan belandden uiteindelijk wel op ‘Mood Swings’, maar het merendeel kwam tot stand tijdens een paar uitdagende opnamesessies in Rubins Shangri-La Studio in Malibu. Daar koppelde de producer King aan funkdrummer Chris Davis en aan jazz- en R&B-toetsenist Corey Henry, muzikanten met wie hij nooit eerder had samengewerkt.
Rubin zelf was, zoals wel vaker, niet aanwezig tijdens die sessies. Zijn inbreng volgde pas in een volgende fase, waarvoor hij met King naar Toscane trok. Daar ging het tweetal met de grove borstel door de songs, tot daar alleen de essentie van overbleef. Ook de teksten moesten helemaal anders: King moest alle metaforen, beeldspraak en poëzie overboord gooien. Het moest allemaal veel directer, onverbloemd, zonder omwegen.
De sample, waarmee de plaat opent, zet meteen de toon: “And I think that is the part of hell that a person in depression really tastes: the hopelessness.” Wat volgt is een onthutsende roadtrip langs de donkerste en meest onheilspellende plekjes in Kings geest met een mengelmoes van soul, R&B, gospel, klassieke pop, folk en country als soundtrack. De afgelijnde, proper geproducete en gestroomlijnde bluesrock van de vorige albums is hier dus ver weg, want om deze plaat te kunnen maken, moest King volledig loskomen van alles waar hij voordien voor stond.
Eén van de weinige relieken uit dat muzikale verleden is Hero, een klassieke jarenzeventigpopsong die King nog schreef met Dan Auerbach en die een beetje doet denken aan Elton John. Ook het machtige Delilah is nog redelijk traditioneel en klinkt als een ballad die Paul McCartney schreef met The Beatles in gedachten, maar vervolgens vergat op te nemen. Het waren de eerste songs die bleven hangen na de eerste luisterbeurten, toen we de plaat nog volop aan het verkennen waren.
De rest van de plaat vraagt iets meer tijd, zeker voor de doorgewinterde, "aan-andere-dingen-gewend-zijnde" Marcus King-fan. Maar wie deze elf liedjes de kans geeft om beetje bij beetje te laten inwerken, wordt wel beloond voor de moeite. Niet alleen omwille van de unieke inkijk in de ziel van een rasartiest, maar ook omdat King zelf, door uit de comfortzone te treden, veel heeft geleerd over zijn mogelijkheden als muzikant en ontdekte dat hij veel meer stijlen onder de knie heeft dan hij voordien besefte.
Want er staan dus nog meer memorabele songs op ‘Mood Swings’, zoals het donkere F*ck Up My Life Again, over het niet kunnen loslaten van een liefde die je eigenlijk alleen maar ten gronde richt, de getoondichte noodkreet Save Me, de zalige, jazzy r&b van Inglewood Motel (Halestorm), de hoera-gospel van Me Or Tennessee of afsluiter Cadillac, een mooie ballad, waarin hij een icoon uit de Amerikaanse rock gebruikt om te beschrijven hoe hij er een einde aan zou maken. “My Cadillac is more than that / it's my restin' place”, begint hij, om te eindigen met “Should have known I'd go alone / but that's for the best / So now I wait in my V8 for my final rest.”
Wie zijn hart bij deze regels een tel voelt overslaan, willen we meteen geruststellen: vandaag stelt Marcus King het goed en hij is van plan er alles aan te doen om dat ook zo te houden. Met dit album wil hij alleen zijn eigen verhaal vertellen, en hoopt hij tegelijk dat mensen, die zich herkennen in de songs, dat ook gaan doen.
Om te spreken over een definitieve stijlbreuk of een nieuw ingeslagen weg, is het nog te vroeg. Het verschil tussen ‘Mood Swings’ en de voorgangers is echter zo groot dat je deze zesde plaat moeilijk kan bestempelen als zomaar "de logische volgende stap". Het is duidelijk dat King deze plaat moést maken om weer voort te kunnen met het leven en zijn muzikale loopbaan. ‘Mood Swings’ is in dat opzicht niet alleen een moedige plaat, maar vooral een erg gevarieerde en sterke plaat.