Manu Delago - Parasol Peak
One Little Indian
We spreken over een wel heel bijzonder initiatief. Producer en klankmeester Manu Delago (Björk, Cinematic Orchestra) trok met zijn zelf uitgevonden hang (een soort handpan) en zes muzikale expeditieleden op tocht doorheen de Alpen. Op diverse pieken besloot het bijzondere septet muzikale creaties en improvisaties te maken, kampend met de beperkingen van ruimte en techniek. Dit imposante initiatief werd door een begeleidende cameraploeg op film vastgelegd. ‘Parasol Peak’ is de begeleidende soundtrack met acht songs.
Laat het een vreemd ensemble zijn. Drie percussionisten – Manu Delago incluis – twee koperblazers die ook accordeon spelen, een cellist en een fluitspeler die met klimtouwen hun instrumenten meezeulen door de sneeuw. Het geeft vooraf toch een beetje de idee van desolate ambientexperimenten, kille soundscapes en muziek waarin zowel veel sfeer als vermoeidheid doorklinkt. Maar de muziek van ‘Parasol Peak’ vertelt opvallend genoeg een ander verhaal.
Niets van dit alles dus. De acht tracks op deze opmerkelijke plaat, telkens genoemd naar een andere piek, zijn een soort instrumentale interpretatie van elektronische muziek. Dat kan gaan van opener Parasol Woods, met een stevige housebeat (op handpercussie weliswaar!) en bijbehorend herhaald melodieus thema (op koperblazers dan), tot heuse click’n’cut experimenten op Alpine Brook (met handgemaakte clics en tics op het eigen klimmateriaal) of wat tegen elkaar schurende melodieën met een wat jazzy eigenzinnigheid. Vaak houdt het gezelschap het op om elkaar kronkelende melodieuze serenades van trombone, galmende handpan en fluit. Afsluiter Base Camp lijkt dan weer een akoestische vertaling van een vrolijke folksong. Om maar te zeggen: dit album heeft weinig muzikale oogkleppen, zeker als je weet dat het hier om in één take opgenomen, instrumentale creaties gaat. Ook opvallend is dat de erg bijzondere setting van deze opnames permanent op de achtergrond aanwezig is. Je hoort de “Alpen” waaien en tochten. Soms lijken de instrumenten even verlaten in het landschap rond te dolen als de muzikanten zelf.
De oefening voor de producer en techneut om zich de distantiëren van moderne elektronica en technologisch vernuft is in elk geval uitermate geslaagd. Het feit dat de expeditieleden elkaar in sommige stukken niet konden zien of zelfs horen, dat instrumenten voortdurend ontstemd raakten en dat de begeleidende geluidstechnicus voortdurend moest improviseren waar hij zijn micro’s en bedrading kon plaatsen, werkten zeker mee aan de toevalsfactor van dit werk. Maar om de ontbering, soms levensgevaarlijke stunts, het verplicht samen sjouwen en elkaar helpen en vooral ook de pracht van besneeuwde bergpieken te kunnen beleven, heb je toch vooral de beelden nodig. Niet dat de grote, luxueuze foto’s bij deze release geen beeld geven, maar puur muzikaal beschouwd doet deze plaat te weinig eer aan deze unieke expeditie. Wat niet wil zeggen dat dit geen fraaie kunst met de grote K kan zijn, natuurlijk.