Loney Dear - Hall Music
Polyvinyl
In het zachtglooiende, bucolische landschap van Skåne in het zuidwesten van Zweden, zit een man onder een oude appelboom. Hij zit gebogen met het hoofd in de handen. Tranen wellen op in zijn getaande gezicht. De liefde van zijn leven heeft hem net verlaten ondanks zijn toewijding en trouw. In de verte weerklinkt het gebeier van een kerkklokje. Het is net luid genoeg om het klaterende riviertje vlakbij te overstemmen.
Dit is de sfeer die 'Hall Music' oproept, de zesde langspeler van Loney Dear (sinds 2009 zonder komma). Singer-songwriter Emil Svanängen heeft zijn muzikale palet uitgebreid van kale akoestische gitaar en zacht murmelende synthklanken naar een uitgebreid scala instrumenten en geluidseffecten. Deze plaat verdraagt bijna geen omgevingsgeluid, zo ijl en breekbaar is ze. De tromvellen worden nauwelijks beroerd. Het koper klinkt niet schel, maar zacht en vol. Het tweetonige klokje in My Heart valt pas op na een paar luisterbeurten.
Dit album is een zachte zalving tegen de stress van het jachtige leven (Calm Down) en hartenpijn (I Dreamed About You). De stem van Svanängen staat centraal, maar ze is gelardeerd met laagjes strijkers, synths, backing vocals, blazers en tikgeluiden. Meestal versterkt dat de sfeer, maar af en toe is het ook dissonant. Zijn tedere tenor kan bijvoorbeeld niet op tegen de tuba in Durmoll. Dit wordt dan weer gecompenseerd door de jazzy vibrafoonsolo in Calm Down.
In Maria, Is That You is het gevoel van verlatenheid compleet. De protagonist bevindt zich in complete duisternis en is alle gevoel voor richting kwijt. Gelukkig is dat maar van korte duur, want zoals vaker blijft deze song onder de drie minuten. In zijn geheel duurt het album maar een dik halfuur. Dat is genoeg voor de luisteraar om in de sfeer te komen en te kort voor 'Hall Music' om te gaan vervelen.
Largo start met het orgel van het kerkje uit de inleiding. In een openhartig gebed bekent Svanängen dat er littekens verstopt zitten onder zijn hemd. Dat is een mooi beeld voor zijn muziek. Op het eerste gehoor lijkt dit ongevaarlijke, zelfs melige muziek, maar na enkele luisterbeurten ontdek je barstjes en weerhaakjes.
Hoogtepunt van het album is afsluiter What Have I Become? dat wel van Supertramp had kunnen zijn. De zang van Malin Ståhlberg is hier zeker niet vreemd aan. Dit is echt het soort song dat je doet opstaan om de play-knop opnieuw in te drukken en je nog eens te laten meevoeren op de zachte golven van zoete weemoed.