Little Kim & The Alley Apple 3 - Sugarbird

Sugarbird Recordings

Sugarbird

Dat Kimberley Claeys een gouden keeltje heeft, zullen fans van Guido Belcanto wel weten, maar Little Kim heeft deze zomer ook al een vierde album onder eigen naam uitgebracht.

Op ‘Sugarbird’ is niets vernieuwends te horen; en laat dat ook helemaal de bedoeling zijn. Little Kim plantte haar Alley Apple 3 band achter twee microfoons, gebruikte een oude Revox G36 taperecorder, drie vintage microfoonvoorversterkers en uiteraard instrumenten die ook al bestonden toen je oma nog jarretels droeg.

Bedoeling was om met tien nieuwe songs zo dicht mogelijk de sound van de jaren vijftig te benaderen, maar toch is dit niet louter een stijloefening. Western swing en Manouche (gipsyjazz) zijn al zo lang Little Kims handelsmerk dat het voor haar een way of life is geworden. Dat ze dit keer ook r&b, Americana, gospel en wat countryblues door de muziek mengt, is enkel een verrijking, net als het barbershopkoortje dat hier en daar komt meedoen.

Naast de gebruikelijke Alley Apple 3 - Tom De Poorter (gitaar), Selim Meiresonne (contrabas) en Patrick Cattoir (lapsteel) - mogen dit keer ook Hans Verhelle (bariton- en tenorsax), Stan Vanghelume (piano) en Jannes De Schrijver (backings) mee swingen. En dat doen ze meteen vol overgave in het spetterende So Long Sandro!

De titeltrack klinkt als Vaya Con Dios in duet met de Stray Cats, al klinkt Little Kim heel wat frisser dan de meer doorrookte stem van Dani Klein en Sacramento Flood dringt een vergelijking met Caro Emerald zich op. Nog speelser klinkt Two Timing Roscoe, waarin Little Kim zich gespeeld verbaasd afvraagt welk geluid ze hoort door de telefoon van haar vriend terwijl de band rond haar swingt en bobt.  Dat laatste doen ze trouwens ook in Ooh La Blues met de bas en de gitaar in een hoofdrol.

Helemaal anders klinkt Crow Moon met zachte mandoline en zacht jammerende lapsteel. Hier geen plaats voor lichtvoetigheid. En dat is wel een keertje welkom, want al die springerige speelsheid is op den duur toch ook vermoeiend.

Little Kim’s Blues houdt de blues nog even vast, maar met Big Bill mogen de saloonplanken daveren terwijl de bushwackers in de verweerde handen klappen en met de afgesleten cowboyboots de maat meestampen. Little Kim lijkt eerst de intro van Shout van The Isley Brothers in te zetten, maar uiteindelijk blijkt ook dit een nieuwe song waarin alleen een paar klepperende lepels ontbreken om de sfeer compleet te maken.

Singing Tires is onvervalste western swing die met zijn koortje uitnodigt tot meezingen en ook de reeds rood geworden handen moeten er weer aan geloven. Groot is dan ook de opluchting wanneer de plaat afgesloten wordt met een donkere, trage wurgslang van een song als Snake Charm.

Little Kim en haar mannen bewijzen dat je ook heden ten dage een plaat kan opnemen met een minimum aan materiaal zonder dat die futloos of belegen klinkt. Het blijft muziek voor een nichepubliek, maar in zijn genre is dit zeker meer dan geslaagd te noemen.

Aan hun meer dan tweehonderd reeds gespeelde show voegen Little Kim & The Alley Apple 3 er nog een pak toe. Hier kan je hen live aan het werk zien.

15 oktober 2018
Marc Alenus