Kiama - Sign of IV

Tigermoth Records

Van een progressieve supergroep willen we hier niet spreken, maar de verzamelde talenten van Dylan Thompson (The Reasoning), Luke Machin (Maschine), Rob Reed (Magenta) en Andy Edwards (ex-IQ, Frost en Robert Plant) doen de verwachtingen wel omhoog schieten. En terecht: ‘Sign of IV’ harkt overtuigend terug naar de seventies, toen ook de hardrock progressieve elementen absorbeerde.

Sign of IV



Het is inderdaad niet moeilijk om hier aan Led Zeppelin en Deep Purple te denken, en dit viertal heeft een goed idee hoe te klinken zonder als een slaafse epigoon afgeschilderd te worden. Kiama heeft overigens diverse invloeden; de bandnaam is afgeleid van de ELO-song Kuiama en Kiama blijkt ook een toponiem in het Aboriginal dat naar de plek verwijst “waar de zee lawaai maakt.”

En lawaai kunnen de vier heren maken: opener Cold Black Heart is meteen een klap in het gezicht. Het ensemblespel is broeierig, de zanglijnen huilen in de wind. In de tweede helft springen ook de bas en het orgel van Reed in het oor. In Tears krijgt het slepende tempo een metaforische versnelling in het slot: “Hate must have its day / Let my life just slip away.” Neen, Kiama zingt niet over mythologie of scifi, maar snijdt menselijke rancune aan: man en vrouw bedriegen elkaar met gelijke maat, en pogingen tot verzoening lopen op niks uit.

Plots horen we de intro van Pink Floyds Echoes. Muzzled houdt een minimaal tempo vast en geeft Thompson maximale ruimte voor zijn verteltrant. Geweldig klinken de refreinen met hun hoge register en vocale harmonie. Ook als Reed zijn moogsolo lekker laat uitwaaieren en Machins gitaar als een nachtegaal zingt, zitten we op de punt van de stoel.

Een climactische beginsequentie doet Slime lanceren als een spaceshuttle. De dynamische verschuivingen trekken uiteenlopende emotionele registers open. De flashback klinkt als een steekvlam op de Moog. Maar het einde is hoopvol onder een huilende gitaar: “You will find a way, to make it through / And you’ll find the strength / You’ll find your light.”

Spijt is de dominante emotie in I’ll Make It Up To You en vindt uitdrukking in een hunkerende stem en een zalvende gitaar. Mellotron en gitaararpeggio leiden het romantische thema in van To The Edge, dat bliksemsnel transformeert in zinderende passie. Het moet lang geleden zijn dat we nog lyrics als “Come on take a ride” op een progalbum terugvonden.

Over clichés gesproken: Beautiful World huldigt de boodschap dat een betere wereld schuilt “in you and me.” In Slip Away wordt dat “I’ll stand here waiting / My heart will break.” Lyrische scherpslijpers zullen hierover vallen, maar wij zetten ons erover dankzij de inventieve arrangementen.

Al de wanhoop, het bedrog en het verlies kunnen slechts gecounterd worden door ware vrijheid, is de conclusie in Free. Het is een appèl tot authenticiteit: “I can’t be something that I’m not / I’m me.” Als metafoor voor die vrijheid neemt Machins jazzgitaar een hoge vlucht.

Kiama is erin geslaagd een retroplaat te maken die voldoende relevant is voor de 21ste eeuw en zelfs enkele verrassingen in petto heeft. Dat de individuele talenten in dienst stonden van een gezamenlijk doel, staat als signatuur over het hele album geschreven. Het teken van vier ervaren routiniers.‘Sign of IV’ werd opgenomen in Peter Gabriels Real World Studio; wie een uitgebreid verslag van het opnameproces wenst, kan zich wenden tot de 2CD-set, met alternatieve mixen en sessies.        

28 mei 2016
Christoph Lintermans