Kettel - Wingtip

DUB Recordings

Kettel heeft een nieuwe plaat uit; en dan maakt ons hartje een sprongetje. Reimert Eising heeft immers een patent op vrolijk wippende elektronica en geeft ondertussen een mooi dozijn keer op rij les in hoe klassiek, breakbeats en IDM met elkaar verzoend kunnen worden.

Wingtip



Wat is er toch gebeurd met het baanbrekende, Nederlandse label Sending Orbs? Nadat de vaandeldragers een fantastisch arsenaal releases in 2009 afrondden, kwamen er nog twee prettige stuiptrekkingen van vaste huisartiest Kettel aan en dan werd het muisstil. Zonde! Maar kijk, meester Kettel is gelukkig niet bij de pakken blijven zitten en doorbreekt drie dode jaren met het verfijnde ‘Wingtip’.

Voor deze release klopte Eising terug aan bij het Rotterdamse DUB-records, dat destijds ook de speelse doorbraakplaat ‘Cenny Crush’ mocht releasen. Ze wisten daar dus al dat je Kettels muziek met een stevige korrel zout mag nemen. Want deze twaalfde cd trekt gewoon de lijn van de voorgaande (een soundtrack voor het knotsgekke computerspel Ibb & Obb) door.

Vijftien tracks lang zet de Nederlandse knip-en plakmeester alle registers open. Van zichzelf verslikkende hobbelelektronica met verhakkelde clickbeats naar de geest van Aphex Twin tot zachtaardige, klassieke pianostukken, pure ambient en een stukje jazzy breakbeats; aan beweging en inspiratie wederom geen tekort.

En net zoals alle andere keren, gaat het nooit echt over de schreef (hoewel het hyperkinetische Inman wel zijn best doet). Maar het leidt wel tot een brede glimlach, laat dat duidelijk zijn. ‘Wingtip’ vangt aan met een half minuutje sierlijk pianospel vooraleer Kettel de luisteraar meeneemt in zijn rijk van blitse flipperkastelektronica.

Door verschillende tunes en themamelodietjes op elkaar te stapelen, in elkaar te puzzelen en te verknippen, verschuiven en verhakkelen tegen en hoog tempo, probeert deze plaat de luisteraar telkens te snel af te zijn. Net zoals een toverbal veranderen tracks van kleur, zonder de rode draad en kern van optimisme te verliezen. Want of het nu om de heupwiegende percussieclickjes in een frivool Quickpig gaat of om die typische speelgoedmelodietjes die kriebelen als vlinders in de buik, de missen van de Nederlander is duidelijk mensen blij maken.

Wanneer hij even terugblikt op de samenwerkingsplaat ‘When Can’ (met Secede) in het nummer Here Comes The Gang wordt die glimlach enkel maar breder. De klavecimbel wordt opnieuw bespeeld in een unieke hybride van renaissancemuziek met fritselektroncia, onderbouwd met gemoedelijke strijkers.

Deze erg bonte plaat zorgt voor een permanente verwondering. Het is te begrijpen dat de producer zijn tijd heeft genomen om dit twaalfde wapenfeit op de wereld af te vuren. En voor nummertje dertien mag hij gerust weer even wachten. Op ‘Wingtip’ zijn we nog even niet uitgekeken. Hetzelfde geldt trouwens voor die blitse, tot de verbeelding sprekende hoes.

2 juli 2016
Johan Giglot