Keaton Henson - House Party
Pias Records
Een roze bril heeft hij nog niet, maar de kleur van zijn pak en de titel van de plaat laten toch al zien dat hij op zijn minst probeert om het licht wat meer toe te laten.
Wie herinnert zich nog de cover van Hensons derde album ‘Kindly Now’? Daarop zat hij ook op een stoel, net zoals op de hoes van deze plaat, maar hij keek achterom, gezicht en handen op groteske wijze vervormd, als was hij van binnen getormenteerd en had hij de ziel in een blender laten vallen. Wie zijn muziek tot en met laatste album ‘Monument’ kent, weet dat dit ook wel het geval was. En ook nu nog kijkt hij achterom, maar ook omhoog, al is het dan door de ogen van het afgehakte hoofd dat hij op zijn schoot houdt.
Keaton Henson was in het verleden de vleesgeworden misantropie. Dat was een poosje interessant, maar stilaan - we zijn ongeveer aan album acht - begon zelfs hij genoeg te krijgen van dat klagerige zelf. “Als ik nu eens in de huid van een ander kruip? Een man vol zelfvertrouwen en branie die het wil maken?“, lijkt hij gedacht te hebben.
Een eerste voorzichtige poging waagde hij al tijdens de pandemie met het coveralbum ‘Keaton’s Party Playlist’, maar dat was maar een prelude. Misschien had hij een band nodig? En dus stelde hij een groep samen met daarin gitarist "Little" Barrie Cadogan (Primal Scream, Edwyn Collins), bassist Harry Deacon (Kid Wave, Palace) en drummer Matt Ingram (Laura Marling, Florence + the Machine).
“I got comfortable”, klinkt het in Rain Inside My Favourite House, maar dat dit gespeeld is, geeft hij al weg in single en opener I’m Not There. Daar klinkt het: “Ask me how I am / I’ll say I’m fine / but we both know I’m full of shit”. Maar in The Meeting Place klinkt wel hij opgewekter dan we ooit van hem hoorden en de tekst in het originele liefdesliedje Two Bad Teeth is dan wel hartverscheurend, maar toch ook grappig: "And if I take you on holiday babe/ Will you remind me not to have fun?"
Met die ijle stem, trillend van twijfel en de gekende podiumvrees zal hij zelf wel altijd een buitenstaander blijven, zelfs op zijn eigen feestje, maar af en toe lukt het hem toch al om de luisteraar op het verkeerde been te zetten en dat is verfrissend. Trop is nu eenmaal te veel. En faken uit liefde voor de luisteraar is toegelaten. Niet dat hij het consequent volhoudt, maar Parking Lot is toch een uptempo, haast vrolijk nummer, met die zonnige gitaar. Een ode aan de recent gevonden geliefde (“If we have us / then who the fuck / could come and take it all away”), maar tegen Holiday slaat de vertwijfeling alweer toe om pas weer weg te gaan bij Hooray.
De verveling krijgt dit keer geen kans. Dit is ontegensprekelijk de meest gevarieerde en dus beste plaat van Keaton Henson, al blijft het verpletterende debuut ‘Dear’ nog altijd een van onze lievelingsherfstplaten.