Kate Tempest - The Book Of Traps And Lessons
Republic Records
In de jaren tachtig konden we rekenen op Anne Clark om onze collectieve twijfels en angsten af en toe met naar kokende pek ruikende poëzie vorm te geven. Sinds zij in ons land woont, nam Kate Tempest de banier over.
Ergens in 2011 nam Kate Esther Calvert de naam Kate Tempest aan en sinds 2014 laat ze dreigende poëzie en raps op ons neerkomen als striemende regen. De dichteres, schrijfster en rapper is met ‘The Book Of Traps And Lessons’ aan haar derde album in vijf jaar toe, maar de inktzwarte pen is nog lang niet opgedroogd.
Meer zelfs: haar woorden staan meer dan ooit centraal op deze derde plaat. De ongemakkelijk rake raps op ‘Everybody Down’ (2014) en ‘Let Them Eat Chaos’ (2016) werden door Dan Carey van passende beats en dreigende elektronica voorzien. En ook nu weer is hij van de partij op synths, piano, drums, gitaar en swarmatron, maar Rick Rubin zet hem op deze plaat geregeld de muilkorf op.
Rubin hoorde de passage van haar vijfenzeventig minuten durende gedicht, Brand New Ancients, op de show van Charlie Rose, zocht tot hij haar telefoonnummer te pakken had en belde haar op. Uiteindelijk leidde dit tot deze plaat waarop de muziek meestal enkel subtiel aanwezig is. Single Holy Elixir is daarbij één van de uitzonderingen en ligt nog dicht bij het oude werk, maar fans moeten niet wanhopen: ook zonder franjes blijft Tempest boeien.
Opener Thirsty zet de luisteraar op het verkeerde been. Een heel fragiele piano, meer is er niet te horen. Tot Tempest plots overneemt en in beeldrijke taal verhaalt over een soort van initiatie in de waarheid. Zonder dat je er erg in hebt, gaat de opener over in Keep Moving Don’t Move, een track waarin ze je de stuipen op het vege lijf jaagt met getallen over de steeds stijgende wereldbevolking en in één moeite door de neergang van het Verenigd Koninkrijk, de opwarming van de aarde en de sociale teleurgang beweent.
In Brown Eyed Man worden de brutaliteit van politie en kapitalisme vermengd tot een hedendaagse donderpreek van een priesteres die nochtans zelf ook een kind van haar tijd is: “I’m a child of the gimme-more nation / When they want something / They launch an occupation / They plunder and they pillage / They call it Liberation…”
De preek gaat gewoon door in Three Sided Coin waarin Tempest als een profete de verdwaasde mensen waarschuwt dat onze manier van leven niet kan blijven duren. Onderhuids borrelt wat triphop, wat ijle synthlijntjes en een droefgeestige piano, maar het is de bezwerende stem van Tempest die alle aandacht naar zich toe zuigt.
In All Humans Too Late werd alle instrumentatie weggelaten. Geen nummer zo actueel als dit in deze postelectorale tijden na een zoveelste zwarte zondag. “The racist is drunk on the train / The drunk is drunk on the internet / The racist is drunk at my dinner table…” En als er geen muziek meer is, is ook alle hoop weg. De laatste woorden van deze track zijn: “I see how blind I’ve been, said all prophets, too late, all humans, too late".
Maar zelfs al is het over een variété-pianootje gedrapeerde I Trap You bedrieglijk luchtig en is de liefde daarin nog een leugen, toch gloort er hoop in Hold Your Own. Eindelijk biedt de onheilsprofete antwoorden op alles wat fout loopt. Kort samengevat: stop met blind consumeren, duik de natuur in, hou je naasten dichtbij en sluit nieuwe vriendschappen.
Het klinkt alsof Jezus is teruggekeerd in de persoon van Tempest, maar geef haar maar eens ongelijk. De oude waarden uit de Bijbel en andere oude geschriften, zijn niet voor niets universeel en van alle tijden. Maar elke generatie wordt verblind door het eigen streven naar genot en eeuwigheid en de mens - zowel de blind ambitieuze zakenman als de idealistische wereldverbeteraar - is niet gespeend van overmoed.
Hebben we platen als deze nodig, die ons met de neus in de eigen drek duwen? Of kijken we toch maar weer naar de volgende aflevering van ‘Love Island’ of ‘The Tattoo Of Us’ om onszelf te verdoven? Wie is er gelukkiger: de hersenloze dwaas die zich tijdens zijn korte bestaan wentelt in hedonisme, degene die zich verliest in religie of degene die ook zo wel de ongemakkelijke waarheid ziet en wanhopig probeert zijn naasten te overtuigen dat het zo niet niet verder kan?
Tempest kiest finaal voor het laatste, ondanks alles. Ze ziet een stilaan groeiende bewustwording en houdt van de mensen ondanks de stommiteiten: “Even when i’m weak and I’m breaking / I stand weeping at the train station / ‘Cause i can see your faces / I love people’s faces.”
En wij? Wij knikken als ze zegt: “All I’ve got to say has already been said / I mean, you heard it from yourself / When you were lying in your bed and couldn’t sleep.” We hebben niet de woorden of overredingskracht van Tempest, maar we zijn dus niet alleen met onze twijfels en dat is al veel.