Kaktus Einarsson - Lobster Coda
One Little Independent Records
Als je wel te vinden bent voor elektronisch geladen popmuziek met een lichte hoek af en Scandinavische – in dit geval IJslandse – zweverigheid, kom je bij een handvol artiesten uit die in onze regionen goed scoren. En daar hoort de relatief nieuwe Kaktus Einarsson zeker bij. Voor de tweede langspeler zet de IJslandse componist immers enkele stevige stappen vooruit. En dan bedoelen we niet enkel dat er minder zachte melodieën en meer experiment aanwezig is op ‘Lobster Coda’, maar wel dat je er pakweg een genie als Damon Albarn in de stuiterende single Gumbri in terugvindt. Whaaaaat!?!
Dat moet Einarsson in zijn huisstudiootje in Reykjavik toch allicht gedacht hebben nadat hij met Albarn online na enkele margarita’s begon te chatten en plots een invitatie voor een opname in diens studio in Londen kreeg. (ter info: Kaktus Einarsson speelde de trompetsessie in op de softe Gorillaz-song Stop The Dams en coproducete Albarns soloplaat ‘Everyday Robots’). Maar laten we ons niet te veel blind staren op die ene grote naam die allicht een stevige duw in de rug betekent voor de IJslander.
Wat ons vooral opvalt, is het erg broze kantje aan deze tweede langspeler. De voorzichtig strelende piano, hoog galmende en fragiele zang, de openhartige bekentenissen over de emotionele worsteling na een plotse aanval van functional neurological disorder (FND) (in het Nederlands: geest en lichaam passen plots niet meer bij elkaar ofte denken lukt wel, maar doen niet meer), de alomtegenwoordige melancholie,… Einarsson verwoordt deze acht tracks zelf als een genezingsproces dat laag na laag plaatsvindt en waarin hij zich zelfs letterlijk afvraagt of hij nog wel in staat is liefde te hebben of zelfs te ontvangen als zijn geest plotseling blokkeert. Zo komen we uit bij een fantastisch, beklijvend nummer als Daze Gold, ondersteund door School Of X, met van die typerende, heerlijk stuiterende trommeltjes.
In elk geval blijkt duidelijk dat de componist zich tijdens de drie afwezige jaren niet enkel moest bezig houden met zichzelf of de combinatie van zijn ziekte en het harde herstel met het kersverse vaderschap, maar dat hij ook de tijd heeft genomen voor het verfijnen van diep gelaagde, soms echt wel onder de huid kruipende pianoslaapkamersongs. Liedjes die niet meer dan drie dikke minuten nodig hebben om een ijle, neoklassieke popsfeer te creëren, waarvan je soms kippenvel krijgt zonder echt te kunnen uitleggen hoe dat komt. De heerlijk sensuele en duizelingwekkende man-vrouw-ballad Be This Way met Nanna buiten beschouwing gelaten dan, want die topt al vanaf de eerste luistersessie als onze favoriet.
Best een subtiele groeiplaat dus, deze nieuwe Kaktus Einarsson. Eentje die een unieke sfeer neerzet, die je meteen inpalmt, maar die ook ontzettend broos en oprecht klinkt. Zeker het ontdekken waard!