Junior Boys - Waiting Game

City Slang

Waiting Game

Op één of andere manier volgden we de hype rond Jeremy Greenspan en John Darks gehypete ‘Big Black Coat’ zes jaar geleden niet. Een beetje een krampachtige verzoening tussen r&b, Detroit-techno en synthesizermuziek naar ons gevoel. Vergiffenis. Maar de boys lijken het zelf ook begrepen te hebben en hebben zich aardig herpakt. Deze ‘Waiting Game’ doet immers iets totaal anders. Iets groots, waarbij de creativiteit van de twee Canadezen wat ons betreft wel helemaal tot zijn recht komt.

Het verhaaltje achter single Night Walk gaat over een persoon die vermist is, niet wil gevonden worden en daarom enkel ’s nachts leeft. En het gevoel, dat je daarbij kan bedenken, mag je meteen naar heel ‘Waiting Game’ doortrekken. Een nachtplaat dus. En bij een nachtplaat horen geen knallende danceritmen of feestelijke toestanden, maar wel een soort van onderkoelde, minimale sfeer. Liefst zelfs zonder beats zelfs.

De basis voor de negen songs op deze plaat werd ingespeeld op synthesizer en gitaar (en de sfeersaxofoon van Colin Fisher van Caribou). Dat werd aangevuld met flarden van willekeurige conversaties en warme, soulvolle zang. De dancepopsongs, die zo ontstonden, werden met een gigantische gom weer uitgevaagd en met een grote schaar verknipt tot een soort van wazig minimalisme van suggestieve flarden ontstond. Een soort van abstract less-is-more-geheel waarin nog net de soul en spirit overeind blijft en je de muziek erachter nog net begrijpt.

En dat klinkt soms heel erg bizar. Met enkel een hobbelende tune, exotische digitale druppelpercussie en verknipte echozang (Must Be All Things). Of met kort afgekapte, spoken-word-robotvocals en tegen elkaar botsende tiktakmelodiëen (It Never Occured To Me). Denk aan elektronische muziek waarvan enkel het skelet nog overeind bleef en de rest compleet gestript werd. Maar waar je dus wel nog de oorspronkelijke soul - daar zijn we weer! - behouden werd. Moeilijk om te omschrijven. Je moet echt eens luisteren.

In het begin klinkt ‘Waiting Game’ nog nuchter, minimaal verknipt en enigszins abstract. Maar Junior Boys gaan meer en meer rommelen met glijdende tonen, drones en vervormde stemmen, waardoor je halfweg de plaat in een roes belandt met gerafel, gedruppel, trompetscapes en reverbeffecten. Welja, laat de term “glitch ambient” maar vallen.

Helemaal op het einde, bij de titeltrack zelf, komt alles terug samen: de beat, de melodieuze inkleuring en de vocals. En ditmaal wordt dat bewust niet meer uitgevaagd of weggegomd, maar krijg je gewoon een fijne synthese van een dancepopsong. Het verhaaltje is rond. Je hebt lang genoeg gewacht bij het vreemde “spel” van de heren. Alsof heel de trip ervoor een soort van bizarre zoektocht was om tot dit eindpunt te geraken.

En dat is uitermate verrassend, een plaat met zo’n aanpak, evolutie en synthese. Zijn we instant verliefd? Nee, daarvoor maken de twee heren het weer een beetje té vernieuwend. Vinden we dat interessant en prikkelend? AB-SO-LUUT.

26 november 2022
Johan Giglot