Julius Eastman - Femenine

Frozen Reeds

Arthur Russell zou ooit gezegd hebben dat wat hem het meest aanspreekt in repetitieve muziek de mogelijkheid is om de naald eender waar op te pikken en een stuk verder weer neer te zetten en dat het toch hetzelfde klinkt. Of hij toen het werk van Julius Eastman in gedachten had, is niet duidelijk, maar op ‘Femenine’ is het zeker van toepassing. Een systeem van mechanische kerstbelletjes en een constante melodie op vibrafoon vormen de basis waarover de andere instrumenten vrij kunnen bewegen.

Femenine

Ondanks een mooie reeks samenwerkingen (waaronder ook ‘Tower Of Meaning’ van Arthur Russell, dat Eastman dirigeerde) raakte Julius Eastman aan het einde van zijn leven in de vergetelheid. Toen hij in 1990 alleen stierf, waren vele van zijn partituren en opnames verloren gegaan of verwaarloosd. Na de boxset ‘Unjust Malaise’ uit 2005 is ‘Femenine’, dat nu op het Finse label Frozen Reeds uitkomt, dan ook nog maar de tweede uitgave van Eastmans composities.

Gezien veel opnames lange tijd verloren werden gewaand, mag het niet verbazen dat de opnames van ‘Femenine’ verre van perfect zijn. Wanneer hij begint, zijn de mechanische kerstbelletjes al bezig, maar de instrumenten moeten nog gestemd worden en hier en daar is er gepraat en geschuifel te horen. Het duurt een goede drie minuten voor de melodie, die steeds terugkomt op xylofoon, voor het eerst aantreedt. 

Over het moment van opname is er ook al onzekerheid. De uitgebreide linernotes sommen de paar dingen op die geweten zijn over het concert: Het zou een informele bijenkomst geweest zijn waarop Eastman zelfgemaakte soep serveerde. Het werk wordt uitgevoerd door het SEM-ensemble met Eastman zelf op piano, maar gezien het ensemble een wisselende line-up had, is het niet zeker welke instrumenten meespelen.

Hoewel het moeilijk gesteld kan worden dat het werk een narratief presenteert, is er toch een zekere opbouw aanwezig. Bij momenten lijkt het alsof de overige instrumenten improviseren, nu eens een deel van de hoofdmelodie overnemen, dan er weer van afwijken, maar het stuk is gebaseerd op een partituur (alhoewel die vaak nogal vaag is; halverwege ontbreken er ook gewoon tien minuten) die op een gelijkaardige wijze werkt als die van ‘In C’ of ‘Music With Changing Parts’, zij het dat het moment waarop er van patroon wordt gewisseld hier wel vast staat.

In tegenstelling tot de meeste, repititieve stukken, zoekt Femenine de grenzen van het minimalisme op. Iets voor de grens van een uur overschreden wordt, lijkt er een climax te worden bereikt waarin de blazers en strijkers het geheel overnemen met een reeks pulserende akkoorden die een aantal keer terugkomen en tegen de maat van de vibrafoon vallen. Daardoor weet het werk ook verschillende momenten van extase te bereiken, die atypisch zijn voor het genre. De mechanische kerstbelletjes, die geen enkele dynamiek of intonatie kennen, zijn dan helemaal naar de achtergrond verdwenen.

Door de continue belletjes en vibrafoon is het makkelijk verdwalen in deze uitvoering van tweeënzeventig minuten. Eerder dan de naald weg te halen en verderop weer neer te zetten, leent Femenine zich om naar de achtergrond te verdwijnen om dan weer de aandacht op te eisen, wanneer de instrumenten een andere patroon aannemen. Hopelijk slaagt deze uitgave erin om de interesse in het werk van Julius Eastman verder aan te wakkeren.

15 september 2016
Robbe Van Petegem