Johnny Marr - Playland

New Voodoo

Johnny Marr kennen de fans vast van zijn verleden bij The Smiths. ‘Playland’ is het tweede soloalbum van Marr en bevat, net als het debuut 'The Messenger', heerlijke gitaarmelodieën. Goede nummers afleveren kan Marr ongetwijfeld. De vraag is of die leiden tot een goed album.

Playland



Het is een opvallend opgewekt en speels album geworden. Marr zit in zijn vijftiger jaren en zelfs dan is er nog geen spatje roest te merken. Opener ‘Back In The Box’ laat horen dat Marr er nog steeds staat. Dit donkere nummer lonkt met zijn Depeche Modeachtige referenties opvallend naar de eighties.

Easy Money is erg radiovriendelijk. We horen stevige en innovatieve gitaarpartijen waarbij het niet echt opvalt dat Marr als zanger wel wat moet onderdoen voor zijn voormalige frontman bij The Smiths. Opvallend is ook dat het gitaargeluid van Marr de directe inspiratiebron vormt voor groepen als bijvoorbeeld Bloc Party, Kaiser Chiefs en Franz Ferdinand. Ook Dynamo toont aan dat veel Britse bands (Radiohead, .. ) hier de mosterd voor hun gitaarsound zijn gaan halen. 

Het beste nummer van het album is Candidate, gezien hij daar flirt met wereldmuziek. Zijn stem verwijst rechtstreeks naar War Stories van Unkle: de zangstem is hoger, ijler. Knap ook hoe gitaarlijnen en synthesizers met elkaar vervlochten raken. Het nummer vat mooi dat Marr verstand heeft van songschrijven: de gitaarlijnen blijven bijvoorbeeld wat op de achtergrond. In het verlengde daarvan horen we in The Trap hoe hij ruimte geeft aan zijn stem eerder dan de focus op het gitaarwerk te leggen.

Het verleden bij The Smiths duikt af en toe wel op, bijvoorbeeld tijdens 25 Hours, waarin Marr te kennen geeft dat hij een erg druk leven leidt. We moeten ook even denken aan die andere grote songschrijver, Richard Ashcroft. Titelnummer Playland ligt klankmatig in het verlengde hiervan, maar voegt er weinig aan toe.

We horen opvallend veel referenties naar vertegenwoordigers van de eighties als Depeche Mode, Gary Numan en Anne Clark. Echt richting industrial gaat het niet, daar blijven de songs wat te rustig voor en te clean qua productie. Daarnaast verwijst de riff en het groepsgeluid van Boys Get Straight naar de U2 van Even Better Than The Real ThingThis Tension stelt, omwille van de voorspelbaarheid, net wat teleur.

Het album bestaat voor het merendeel uit nummers die perfect zouden werken binnen een festivalsetting en/of in de betere club. De melodieën zijn erg toegankelijk, maar vormen een te vanzelfsprekende hap voor de meerwaardezoeker. Het is knap dat Marr afscheid neemt van The Smiths, maar tegelijkertijd weten we ook dat de combinatie Marr en Morrissey onovertroffen blijft. Nu zijn ze elk goed voor goede albums, terwijl een samenwerking is waar muziekfans over de hele wereld toch op zitten te wachten.

22 december 2014
Carlos Dyckmans