John Ellis - Evolution: Seeds & Streams

Eigen beheer

De Britse pianist, componist en producer John Ellis (The Cinematic Orchestra) brengt met 'Evolution: Seeds & Streams' eindelijk een eigen album uit waarin het beste van jazz, elektronica en wereldmuziek met elkaar gekruist worden. 

Evolution: Seeds & Streams

John Ellis, bandleider van een eigen twaalfkoppige bigband, is zoals dat heet een polyvalent artiest. Hij houdt duidelijk van big sounds en een cinematisch perspectief. Dit soloalbum illustreert dat zijn hart ook stevig klopt voor wereldmuziek. Meer zelfs, die exotische geluiden verhogen net de aantrekkingskracht van dit album.

'Evolution: Seeds & Streams' is in eerste instantie de uitloper van een samenwerking met de visuele artiest Antony Barkworth-Knight met wie hij in 2015 een nieuwe, originele creatie schiep voor het Manchester Jazz Festival. Het centrale thema is, zoals de titel al aangeeft, menselijke evolutie. Barkworth-Knight en Ellis lieten het geesteskindje langzaam rijpen tot de tijd daar was om zowel het visuele als de muziek aan de buitenwereld te tonen. Het loont zeker ook de moeite om op zoek te gaan naar dat visuele luik, al blijft de muziek ook zonder visuele ondersteuning prima overeind.

Met blazers als Helena Jane Summerfield (klarinet, tenorsax, fluit), Sam Healy (altsax) en Ellie Smith (trombone) komt er een prominente jazzsound naar voren. En bassist Pete Turner en percussionist Rick Weedon zorgen voor een solide basis. Toch zijn het vooral koraspelers Jali Nyonkoling Kuyatheh en John Haycock die de aandacht naar zich toe weten te trekken.

Het album voelt aan alsof je op reis gaat naar onbekend terrein. Traag maar gestaag ontwikkelt de groep in Flight een dromerig motief met piano en blazers en hint ze naar het broeierige jazzgeluid van Joni Mitchell, met dat verschil dat er hier geen vocals zijn en er meer gebruik gemaakt wordt van exotisch klinkende elektronica.

Direct erna is er het korte, suggestieve Interlude One; kort, to the point en toch mooi genoeg om indruk te maken, vooral omdat naar het einde toe de koraspelers hun intrede maken. Die gaan voluit op het weergaloze Unidentical Twins. De brede sound lonkt af en toe duidelijk naar broodheren Cinematic Orchestra (de breekbaar intieme ambient van Interlude Two).

De hoofdmoot bestaat uit de door bossanova beïnvloede The Ladder, Poemander en A Bigger Cake. Ambient, jazz en wereldmuziek vinden elkaar hier. Eenmaal aangekomen bij Arrival voelen we meteen de nood om het album opnieuw te spelen. Dan weet je: dit is een blijver.

19 april 2017
Philippe De Cleen