Joan Shelley - Electric Ursa

No Quater Records

Het schilderij “Chasse Aux Papillons” van Berthe Morisot in Musée d’Orsay, daar moesten wij aan denken toen we ‘Electric Ursa’ van Joan Shelley beluisterden.

Electric Ursa



Net zoals Morisot schetst Shelley een hele wereld in onduidelijke, vage tinten. Morisot deed het met verf. Shelley gebruikt daarvoor zinnen en muziek. Haar muziek en stem zijn teder als de penseeltoets van Morisot en de zinnen zeggen iets, maar zeker niet te veel. Ze geven een impressie en schetsen zo een sfeer, vertellen een deel van het verhaal waarvan je de rest zelf moet invullen.

Vreemde manier van werken voor een singer-songwriter. Maar ze werkt omdat Shelley gepokt en gemazeld is door de folk en daardoor goede melodieën schrijft. Eerder nam ze al een aantal platen op met Maiden Radio (samen met Cheyenne Marie Mize en Julia Purcell) waarop vooral oude Amerikaanse folkballades, country en slaapliedjes stonden en ze werkte ook al samen met Daniel Martin Moore en Joe Manning, allemaal staatgenoten uit Kentucky.

Op ‘Electric Ursa’, haar derde soloplaat, brengt Shelley slechts acht nummers, maar ze zijn met zorg uitgekozen en allemaal van eigen hand. Ze werden opgenomen onder de vleugels van Kevin Ratterman, gekend van zijn werk voor My Morning Jacket en Andrew Bird.

Something Small opent de plaat en is meteen ook een statement: dit is echt een heel minimalistische plaat met amper meer dan Shelley en haar akoestisch getokkel (al horen we hier ook drums in de verte, een orgel en een elektrische gitaar). Verderop klinken ook strijkers, bas en vibrafoon. Al die instrumenten worden met tederheid bespeeld en staan volledig ten dienste van de zangeres en haar gitaar.

Shelley lijkt de lettergrepen van haar woorden maar node te laten ontsnappen. Ze rekt de klinkers, laat hele woorden weg en in de middelste track, Remedios,  beperkt ze zich zelfs tot neuriën over een simpel melodietje gespeeld op een banjo.

Ze is zich trouwens erg bewust van hoe ze overkomt. In de mooiste song op de plaat, River Low, zingt ze:“In my memories I’m silent / In my daydreams I am bold / I leave tender notes and markings where I go”. En zo is het ook met haar liedjes: je voelt ze aan als vederlicht, maar toch overtuigend. Als ongrijpbaar en toch warm.

‘Electric Ursa’ heeft een onthaastende werking. Zoals kijken naar een schilderij dat je laat dromen van een mooiere wereld waarin mooie vlinders fladderen, kinderlijke onschuld onbedreigd is en tedere bloesems veilig zijn voor hagel en storm. Mag het?

25 november 2014
Marc Alenus