Joan Of Arc - 1984

Joyful Noise Recordings

1984

Wie zich zou laten misleiden door de naam van deze band: Joan Of Arc is NIET Frans, maar komt uit Chicago, is GEEN vrouwelijke songwriter, maar een vrijzinnige muzikantencommunity en is GEEN eenmalige solo slim, maar bezit een uitgebreid palmares van diverse muzikale escapades en releases. Is ‘1984’ dan release nummer twintig op rij? Zeer zeker niet!

Een langdurig proces van uit elkaar gaan en opnieuw samenkomen van diverse leden van de emo-screamband Cap’n Jazz heeft enig blijvend lid Tim Kinsella doen besluiten vijftien jaar geleden Joan Of Arc op te richten. Sindsdien is de eigenzinnige multi-instrumentalist wegen van jazzrock, math, dreampop, abstracte elektronica en punk opgegaan. Sinds enkele jaren lijkt de bezetting van de band wat meer solide en mag Melina Ausikaitis als zangeres de hoofdrol opeisen.

Op het door George Orwell geïnspireerde ‘1984’ lijkt de muzikale onrust ook wat getemperd. De plaat flirt voortdurend in een wat mysterieus universum van ambient, drones, coldwave en vrouwenpop. Bevreemdend, afstandelijk en met een permanente tinteling. Het is een album dat je aangrijpt en niet loslaat; eentje waarin eigenheid, eigenwijsheid en oprechtheid elkaar vinden.

Veel van de negen tracks op ‘1984’ gaan over sfeer en minimalisme. Van de snijdende, lichtjes dreigende drones waartegen de mijmerzang van Ausikaitis botst in opener Tiny Baby tot een geheel van reverbeffecten en stemvervormingen die het lange tijd louter gezongen Vertigo verrijken. Meestal lijkt het wel of de luisteraar mee op tocht gaat met Alice in Wonderland in een wereld vol vreemde, elektronische creaturen: veldopnamen, studioeffecten, dronelagen. Het avontuur kent vele wendingen. En die wendingen vinden vanzelfsprekend ook plaats binnen elke song zelf. Joan Of Arc heeft soms inderdaad de grilligheid van een prille Björk, temeer daar het merendeel van de tracks gedragen wordt door bizarre a-capella zang. Dit is ook overduidelijk hààr plaat.

Soms komen alle elementen (ritmiek, zang, melodie, sfeer) ook effectief samen in plaats van dat ze elkaar lijken te willen bekampen. Punk Kid krijgt een sterke basis van vrouwenstem en piano, waarin een persistente groove en shoegazer-scapes voor een wonderbaarlijke verrijking zorgen. Maar even vaak klinkt dit album fragmentarisch en eigenwijs en dreigt de band bijna te verzuipen in de eigen muzikale koppigheid (People Pleaser). Grappig is dat we er nog altijd niet goed uit zijn op welke momenten Joan Of Arc nu het meest intrigeert. Feit is in elk geval dat we ‘1984’ met stukjes en beetjes nog wat langer laten verteren. Want we hadden het nog niet over de fantasierijke, gefrustreerde, introverte en soms ronduit absurde teksten.

25 juli 2018
Johan Giglot