Jesse Daniel - Son Of The San Lorenzo

Lightning Rod Records

Son Of The San Lorenzo

Exact een jaar na het voortreffelijke 'Countin' The Miles' brengt rijzende countryster Jesse Daniel al een opvolger uit. En die klinkt opvallend anders dan de voorganger.

Dat het snel moet gaan bij Jesse Daniel is wel duidelijk. In een tijdsspanne van acht jaar speelde hij een respectabele discografie bij elkaar met maar liefst vijf studioalbums en één live plaat. Lang niet slecht ook voor iemand die de tienerjaren vergooide aan alcohol en drugs en de nachten toen vaker dan hem lief was doorbracht in gevangeniscellen, ontwenningscentra of op straat. Ondertussen gaat het gelukkig uitstekend met de mens en de muzikant Jesse Daniel: de eerste vond enkele jaren geleden gemoedsrust bij de liefde van zijn leven, de tweede timmert naarstig aan de weg als muzikant.

Op het titelloze debuut schipperde die muzikant nog tussen ongepolijste gitaarmuziek en klassieke country - niet verwonderlijk met een verleden in punk- en hardcorebands. Sinds ‘Rollin’ On’ (’20) en ‘Beyond These Walls’ (’21) schoof hij echter steeds meer op richting Bakersfield-sound, de countryvariant die traditionele country vermengt met klassieke rock-n’-roll, rockabilly en honky-tonk. Jesse Daniel beleed zijn liefde voor die muziek in ’23 op live plaat ‘My Kind Of Country’, met ‘Countin’ The Miles’ toonde hij aan dat het slechts een kwestie van tijd is voordat hij voet zal zetten naast die van illustere voorgangers als Buck Owen, Merle Haggard en Wynn Stewart.

Hoewel hij het nog niet tot de ‘Grand Ole Opry’ heeft geschopt - het legendarische, honderd (!) jaar oude radioprogramma waarin wekelijks tal van countryartiesten aantreden - werd ‘Countin’ The Miles’ toch onthaald op heel wat lovende kritieken. Hij mocht mee op tournee met Charles Wesley Godwin (ook te horen op deze plaat) en Benjamin Tod (met wie hij een paar singles opnam), trok zelf de boer op als hoofdact en speelde tussendoor ook nog op tal van festivals. Ondanks die drukke agenda vond hij nog de tijd om songs voor ‘Son Of The San Lorenzo’ te schrijven en op te nemen met zijn live band.

Dit moest in de eerste plaats een persoonlijke plaat worden, over zijn roerige verleden en over de streek waar hij opgroeide, de San Lorenzo Valley in Californië. Op deze vijfde studioplaat wijkt hij dan ook af van de Bakersfield-koers, en liet hij zich vooral inspireren door de muziek, die hij als kind thuis leerde kennen: de countryrock van Gram Parsons en The Flying Burrito Brothers, de folkrock van The Byrds, de softrock van Eagles, de southern rock van Lynyrd Skynyrd (hun huidige toetsenman speelt mee) en The Allman Brothers Band, en klassieke rock. Gooi al die muzikale invloeden in een blender en je krijgt een plaat die als geheel meer neigt naar moderne Americana dan naar echte, tijdloze country.

Natuurlijk staan er nog zuivere countrysongs op de plaat. De titelsong is er zo één. Meer nog, Son Of The San Lorenzo is zowat zijn (zelfgeschreven) lijflied, want de titel verwijst naar zijn roepnaam. Het is – na ‘Rollin’ On’ en ‘My Kind Of Country’ – ook al de derde keer dat het op plaat verschijnt, zodat we ervan mogen uitgaan dat dit de definitieve versie is. Ook tijdens ballad Jodi, opgedragen aan zijn wederhelft, zien we Daniel zo voor ons, gezeten aan een kampvuur op de ranch, met akoestische gitaar op schoot. Time Well Spent For A Man is dan weer de song die nog het meest appelleert aan de Bakersfield-sound van het vorige album.

De meeste andere songs zijn eerder mengvormen van authentieke, Amerikaanse stijlen. In elk nummer klopt overduidelijk het hart van die “son of the San Lorenzo”, maar de aankleding is veel diverser. Zo is de nogal melancholische, mijmerende opener Child Is Born -  wat ons betreft één van de beste songs die Jesse Daniel tot dusver maakte – evenveel ingetogen, verhalende folk als doorleefde country. Eveneens op het snijvlak van die twee stijlen: het opgewekte, uptempo Mountain Home, het pakkende He en de beklemmende murderballad The Ballad Of Murder Creek.

Af en toe mag het ook iets straffer zijn en dan worden de elektrische gitaren uit de koffers gehaald. One’s Too Many (And A Thousand Ain’t Enough) zou zo maar eens in de smaak kunnen vallen bij fans van John Fogerty en diens swamprock. Crankster en My Time Is Coming zijn goed gemaakte, aanstekelijke countryrocksongs. En in de sterke afsluiter The End tot slot waart overduidelijk de geest rond van de ons veel te vroeg ontvallen Gram Parsons.

Alles wel beschouwd kunnen deze ‘Son Of The San Lorenzo’ en voorganger ‘Countin’ The Miles’ moeilijk met elkaar vergeleken worden. Op de vorige plaat perfectioneerde Jesse Daniel zijn versie van Bakersfield-country, op zijn nieuwste worp trekt hij alles dan weer open naar andere genres, ten behoeve van zijn eigen verhaal. We kunnen en willen dan ook niet kiezen tussen die twee Jesses. Ons is het om het even waarmee hij voor de dag komt, het is toch altijd uitstekend en - vooral - oprecht gebracht.

4 juli 2025
Marc Goossens