Jesse Daniel - Countin' The Miles
Lightning Rod Records
Anno 2024 countrymuziek maken op grootvaders wijze zonder dat het een pastiche wordt? Jonge dertiger Jesse Daniel bewijst dat het kan.
Van drummer in hardcore- en punkbands tot rijzende ster aan het countryfirmament, het vat op een drafje de muzikale loopbaan samen van Jesse Daniel. Tegelijk vertelt het maar een fractie van het verhaal, want de weg, die Daniel aflegde, leidde hem ook langs alcohol en drugs, gevangeniscellen, ontwenningscentra en een leven op straat, letterlijk zonder dak boven het hoofd. Tot één toevallige ontmoeting alles in één klap weer in de plooi deed vallen.
Dat Jesse Daniel ooit in de muziek zou belanden, stond in de sterren geschreven. Muziek was alomtegenwoordig in het ouderlijk huis: niet alleen was er de tamelijk imposante country-, blues- en rock-n’-rollcollectie van zijn vader, Daniel sr. was zelf ook een gerespecteerd gitarist in lokale bandjes in en om Ben Lomond, California. Maar de puberende Jesse koos muzikaal aanvankelijk een ander pad, dat van punk en hardcore, maar buiten de muziek belandde hij jammer genoeg al snel echt op het verkeerde pad.
Hij leek zelfs lang op weg één van de vele tragische draaideurpatiënten te worden van de afkickkliniek. Tot die ene ontmoeting dus. Sinds de release van het debuutalbum in 2018 heeft hij het verhaal al zo vaak verteld dat we hem wel moeten geloven: de vrijwilliger die in de kliniek langskwam met gitaar, de countryklassiekers speelde waar Daniel mee was opgegroeid en hem ervan wist te overtuigen dat de uitweg uit zijn ellende weleens een terugkeer kon zijn naar de familiale en muzikale roots.
Wilskracht en het gestaag groeiende geloof in eigen kunnen zorgen ervoor dat Daniel – pas tweeëndertig geworden - sindsdien en tot op heden op het juiste pad blijft. Dat het hem nu al enkele jaren op alle vlakken voor de wind gaat, helpt daarbij natuurlijk, maar het is niet alleen door dat verhaal dat hij steeds meer belangstelling en erkenning krijgt. Dat heeft hij vooral te danken aan zijn muziek. Sinds hij zijn leven weer op de rails heeft, is deze ‘Countin’ The Miles’ al de vijfde worp (en de eerste voor Lightning Rod records) na drie eerdere studioalbums en één live plaat op het eigen Die True-label.
Op de eerste, titelloze plaat uit ’18 leek Daniel nog een beetje te aarzelen tussen de ruwere gitaarmuziek die hij tot dan had gespeeld en klassieke country. Op ‘Rollin’ On’ (’20) en ‘Beyond These Walls’ (’21), met countryproducer en sessiemuzikant Tommy Detamore aan zijn zijde, lukte het hem al veel beter die muzikale knoop te ontwarren. Het leverde hem een snel groeiende aanhang op, die hem ook kwam toejuichen toen hij vorig jaar optrad in The Catalyst, een legendarische club in Santa Cruz. De live plaat, die hij daar opnam, kreeg de toepasselijke titel ‘My Kind Of Country’ mee.
Die titel werd herkauwd voor één van de songs op ‘Countin’ the Miles’, That’s My Kind Of Country. De "kind of" countrymuziek die Jesse Daniel maakt, schuift bij elke plaat steeds verder op richting Bakersfield-sound. Die countryvariant, waarin elektrische gitaren, steelgitaren, fiddles en drums de dienst uitmaken, ontstond in de jaren vijftig als reactie op de steeds softere Nashville-sound en vermengt traditionele country met elementen uit klassieke rock-n’-roll, rockabilly en honky-tonk.
Kortom, muziek die je eerder doet denken aan truckers, Cadillacs en stedelijke bars dan aan cowboys, paarden en saloons. Buck Owens en Merle Haggard waren de mannen die de stijl op de kaart zetten. Ze beïnvloedden niet alleen andere Westcoast-countryacts in de jaren zestig en zeventig, maar ook bands als The Blasters, The Beat Farmers, Dwight Yoakam en The Mavericks, die er vanaf de jaren tachtig en negentig internationaal mee scoorden.
“I always wanted to sound like a locomotive comin’ right through the front room”, zei Buck Owens ooit. En dat is ook precies wat Daniel doet in zes van de elf tracks. De plaat begint met Comin’ Apart At The Seams, That’s My Kind Of Country en Countin’ The Miles, drie (heerlijke) songs die met flukse tred komen aanhuppelen. Maar ook verderop, in Lonesome Blues, Golden State Rambler en afsluiter Cut Me Loose, wordt het gaspedaal stevig ingedrukt en doen uitwaaierende benzinedampen en opstuivende stofwolken ons naar adem happen.
Ook wanneer het tempo zakt, verliest Daniel niets aan zeggingskracht. Integendeel, murder ballad Ol’ Montana en midtempo tracks als Restless en Tomorrow’s Good Ol’ Days (waarop Merle Haggards zoon Ben meezingt) zijn minstens even sterk en aanstekelijk als de snelle nummers. Op Steppin’ Out zingt ook wederhelft Jodi Lyford mee. Zij is in de eerste plaats tatoeëerder, maar wanneer we haar horen zingen – zeker in When Your Tomorrow’s In Your Past, de obligate ‘trage’ – begrijpen we waarom Daniel haar wil overtuigen om ook de muziek in te gaan en niet enkel als sidekick.
‘Countin’ The Miles’ telt niet alleen elf meer dan voortreffelijke songs, ze werden door Daniel, die voor het eerst zelf instond voor de productie, voorzien van een glasheldere, frisse en evenwichtige sound. Het maakt van deze plaat een op alle vlakken zeer aangename luisterervaring, die wat ons betreft zeer snel een vervolg mag krijgen.