Jerry Leger - Donlands

Latent

Donlands

In eigen land is de Canadese songschrijver Jerry Leger al langer een gevestigde waarde, en ook in de Verenigde Staten heeft hij al geruime tijd vaste voet aan grond. In Europa echter is het – op enkele landen na – voorlopig nog wachten op die écht grote doorbraak. Wie weet brengt dit warme, maar bij momenten ook nogal droefgeestige ‘Donlands’ daar wel verandering in.

En als het met deze plaat niet lukt, dan misschien wel met de volgende. Als Jerry Leger (lees: 'Lezjeir') het tempo aanhoudt waarmee hij nieuwe platen uitbrengt, dan zou een opvolger immers niet al te lang op zich mogen laten wachten. Sinds zijn debuut in 2005 verschenen er al veertien volwaardige langspelers, en daarop stort hij zich afwisselend - en telkens met evenveel flair - op countryfolk, pop, rock-'n-roll, Americana en jazz en een keer zelfs op spoken word. Dat doet hij als soloartiest met gastmuzikanten, in nevenprojecten als The Del-Fi’s en The Bop-Fi’s, maar in de meeste gevallen – en ook nu weer – met zijn vaste band The Situation.

Hoewel hij graag samenwerkt met mensen die hij kent, deed hij voor de productie - zoals bij zijn vorige albums - deze keer geen beroep op Cowboy Junkies-gitarist Michael Timmins, maar ging hij in zee met Mark Howard. Die werkte in het verleden al samen met – om maar enkele namen te noemen - Lucinda Williams, Rickie Lee Jones, Chris Whitley, The Tragically Hip en - jawel - Arid. Howard nam tijdens de opnames van ‘Donlands’ vooral de rol van supervisor en mentor op zich; hij selecteerde uit Legers demo’s de tien nummers die op de plaat moesten komen, en waakte er verder over dat het album qua sfeer een mooi, bij elkaar passend geheel vormt.

‘Donlands’ verwijst naar de plek waar de plaat werd opgenomen, het voormalige Donlands Theatre in Toronto. Daar is nu een heuse opnamestudio gehuisvest, en die wordt beheerd door engineer Aaron Goldstein. Zijn inbreng is minstens zo belangrijk als die van producer Howard. Goldstein is tevens een veelgevraagde sessiemuzikant, en ook hier doet hij in een aantal liedjes mee op pedal-steelgitaar. Daarnaast was hij mee verantwoordelijk voor de arrangementen; niet door er pakweg laagjes strijkers of partijen blazers aan toe te voegen, maar net door alles weg te strepen dat geen wezenlijke verbetering van de songs betekende.

Door die sobere arrangementen (meestal weinig meer dan gitaar, bas, drums en Hammond) én het feit dat de plaat live werd opgenomen, met de muzikanten opgesteld in een kring, baden de meeste songs op ‘Donlands’ in een intimistische sfeer. Die sluit perfect aan bij de teksten van Leger en past ook bij 's mans aangename, oprechte en enigszins broos klinkende stem. Hoe het is gesteld met zijn gevoelsleven weten we niet, maar Leger verplaatst zich niet alleen perfect in de gedachten en de gemoedsgesteldheid van een afgewezen minnaar, een twijfelende minnaar of een hoopvolle minnaar, maar ook in die van een dolende ziel die leeft in de marge van de maatschappij.

Het is producer Mark Howard duidelijk gelukt de plaat te laten klinken als een eenheid. Net daardoor komen de afzonderlijke liedjes aanvankelijk een beetje over als ‘meer van hetzelfde’ of als weinig meer dan ‘varianten op eenzelfde thema’. Hoewel we meteen gewonnen waren voor de countrysoul van single Three Hours Ahead Of Midnight en voor opener Sort Me Out, die beschroomd, als op kousenvoeten, lijkt binnen te sluipen, duurde het even vooraleer ook ballads Flower And The Dirt, I Need Love en Out There Like Rain, tranentrekker I Was Right To Doubt Her, het van een prachtig refrein voorziene Wounded Wing en afsluiter Slow Night In Nowhere Town hun kwaliteiten en vooral hun schoonheid prijsgaven.

Hoewel het dus wat tijd en geduld vergde om helemaal meegezogen te worden in het melancholische universum van  ‘Donlands’, hebben we onszelf door niet op te geven beloond met een plaat die we nog lang zullen koesteren. Wij zijn fan, nu u nog. Of gaat u toch een jaartje wachten, tot er weer een nieuwe Leger verschijnt?

29 november 2023
Marc Goossens