Japanese Breakfast - Soft Sounds From Another Planet
Dead Oceans
In de clip van derde single Road Head vindt Michelle Zauner troost in de armen van een alien, maar desalniettemin schiet ze de harige engerd dood en verbrandt ze zijn lijk in het bos. Je zou het niet zeggen, maar eigenlijk vertelt ze zo veel over haar tweede album.
Michelle Zauner (ex-Little Big League) startte haar soloproject Japanese Breakfast, toen haar moeder overleed aan kanker. Ze schreef haar verdriet van zich af, wat resulteerde in de debuutplaat ‘Psychopomp’ en was daar al zinnens de muziekwereld vaarwel te zeggen.
Maar ook al slijt verdriet, het gaat nooit meer weg en dus kwam er toch dit tweede album waarop ze vertelt hoe ze een weg vond uit het donkerste verdriet dat haar ooit overviel. Daarmee geeft Zauner de hoopvolle boodschap dat een mens altijd een weg vindt uit verdriet. Voor haar was die weg een vlucht in science fiction en het heelal. En dat brengt ons dus terug bij de clip uit de inleiding: ze heeft de afleiding nu niet meer nodig en is weer klaar om te leven.
De Amerikaanse van Koreaanse afkomst – Zauner is niet van Japanse afkomst zoals Mitski dat wel is – verwerkt haar rouwperiode in tien heel diverse songs. Daarmee is er dus niet veel veranderd sinds het debuut. De ene keer kiest voor lo-fi indiepop, dan weer injecteert ze shoegaze in haar muziek en de volgende song brengt je naar de dansvloer. En ze maakt nog wel meer vreemde keuzes.
Opener Diving Woman bijvoorbeeld, zou je eerder helemaal aan het eind van een plaat verwachten. Het is zo’n nummer waarin een artiest zich helemaal laat gaan. Zauner doet dat hier met aan het eind een intense gitaarpartij waarop The War Of Drugs jaloers zou zijn. Die gitaarpartij sleept de song over de grens van de zes minuten, maar het is wel een fantastische binnenkomer waarin je meteen meegaat in het escapisme van de zangeres.
Het openingstrio is trouwens het sterkste stuk van de plaat. Niet voor niets zijn ook Road Head en het dansbare Machinist (over een vrouw die verliefd wordt op een machine) tot singles gebombardeerd. Vooral Machinist is een ijzersterke song met een heerlijke eightiesfeel door de analoge synths en de fantastische saxpartij die onverwachte warmte in de verder synthetische song blaast.
Wat de meerwaarde is van de korte, instrumentale stukjes Planetary Ambience en Here Come The Tubular Bells, daar zijn we nog niet uit, maar er valt gelukkig nog wel te genieten van het dramatische, naar Roy Orbison lonkende Boyish, het gedreven 12 Steps dat wat doet denken aan Big Country, de melodramatische ballade Till Death waarin een eenzame trompet de hoofdrol speelt en het ontroerende This House.
En zo mogen we concluderen dat Japanese Breakfast weer veel moois uit droefenis heeft gepuurd. Ook qua sound heeft Zauner een stap voorwaarts gezet. De enige smet op het album is dat ze soms slecht verstaanbaar is, terwijl haar teksten echt wel de moeite zijn. Wie zich er in wil verdiepen, vindt ze vast wel ergens.