Isbells - Billy

Zeal Record

Als het kind in jezelf sterft, kan je er maar best meteen helemaal de brui aan geven… of zoals Gaëtan Vandewoude deed: het reanimeren.

Billy



Op de cover en de poster binnenin staat de jonge Vandewoude op een moment in zijn leven waarop alles mogelijk was en hij nog jong, moedig en onbezorgd was. Tenminste op het moment van de foto. In werkelijkheid was het niet allemaal peis en vree ten huize Vandewoude en dat tekent hem tot op de dag van vandaag.

Ondanks het succes en het applaus dat het titelloze debuut en zeker ‘Stoalin’ opleverden, bleef er duidelijk een gevoel van unheimlichkeit knagen bij de ondertussen zevenendertigjarige Vandewoude. Hij ging een poos alleen wonen om met zichzelf in het reine te komen en dook daarin tot diep in zijn jeugd. En we mogen zijn vriendin dankbaar zijn dat ze hem liet doen, want voor de derde keer levert Isbells een prachtplaat af.

Al meteen in het openingsnummer en ondertussen bekende single Billy wordt veel duidelijk. Billy is Gaëtan en over deze mooie, eerlijke, eenzame en onzekere jongen gaat deze plaat en er is meteen ook goed nieuws want Billy is nu klaar om alles achter zich te laten en echt te beginnen leven.

Maar dat goede nieuws is een flash forward, want daarna begint het graven pas. Eerst is er nog een brief aan het lief in de vorm van Nothing Goes Away (al zou het evengoed een brief kunnen zijn aan de afwezige vader die hem verliet toen hij vier was). Hoe dan ook, uit de bloedmooie track, waarop je jezelf als vanzelf troostend gaat wiegen, spreekt een diep verlangen naar zekerheid, op fantastische wijze verklankt door de ingehouden gitaar, de zacht gezongen tekst en vooral ook de stiltes tussen de noten die Vandewoude durft laten vallen.

In het tergend trage, met spaarzame pianotoetsen en rinkelende achtergrondgeluiden gekleurde Calling lijkt hij om begrip te vragen en ook hier zijn de pauzes zeker zo belangrijk als de klanken. Dat is zo trouwens de hele plaat lang zo. Soms vorderen de songs tergend langzaam, zelden hebben ze een klassieke opbouw, maar altijd weer zijn ze pakkend.

I Was Told heeft wel een meezingbaar refrein en de opbouw van een single, maar I Don’t Need Any Colour ­– met die wenende lapsteel van Gianni Marzo en die warme, maar eenzame bugel van Gerd Van Mulders, The Sound Of A Broken Man en al wat volgt, is te introvert voor de radio. De spanning wordt zo hoog opgedreven dat het uptempo slotakkoord van Falling For You als een echte bevrijding wordt aangevoeld. Eindelijk spreidt Billy zijn vleugels.

‘Billy’ is een doorwrochte, persoonlijke plaat van een van de moedigste en eerlijke artiesten van ons land. Ze heeft offers gevraagd, maar het is duidelijk dat ze noodzakelijk was voor de maker en zelf hebben we er ook veel aan gehad.

11 november 2015
Marc Alenus