Isbells - And The Noise Settles
V2
Het nieuwe muzikale hoofdstuk van Isbells is niet zomaar een zesde episode. Voor de allereerste keer heeft controlefreak Gaëtan Vandewoude het productieproces voor een stuk uit handen gegeven. Writer's block, creatieve put, … hoe je het ook wilt noemen. En daar stond vaste rechterhand Chantal Acda klaar om de productie over te nemen en af te maken. Dat vertaalt zich in een album met nog meer broze eigenheid, nog meer liedjes die tot de kern gaan en ook nog meer magie.
Het is trouwens ook voor de eerste keer dat Isbells zich een album gunt met een titel met meer dan één woord. ‘And The Noise Settles’ lijkt wel een boodschap van berusting. Een laat-het-los-verhaal. Maar wel alweer een verhaal waarin het vijftal gaat voor liedjes waarin schoonheid naar superlatieven zoekt. Met broer Christophe Vandewoude op spaarzaam strelende drums (of freestyle spel in een zweverig Close), Gianni Marzo op al even minimalistisch aanwezige slide of gitaarstrijken en vooral Gerd Van Mulder met melancholisch galmende trompetnoten, biedt de plaat twee handen vol ballades die de warmte van een eenzaam flakkerend vlammetje in een grote duisternis benaderen.
Grappig genoeg begint ‘And the Noise Settles’ met een pianodeuntje dat klinkt als Prince' I Could Never Take The Place Of Your Man, een uitermate broze en sobere song, waarin de tweestemmigheid van Gaëtan en Chantal prachtig met elkaar blendt en waarin de wij-zijn-er-voor-elkaar-boodschap even duidelijk is als bij de explosieve, funky paarsgekleurde voorganger. Deze Isbells zweeft tussen absoluut minimale ballades rond stem en … stem en meer jazzy omkaderde songs, waarin alle instrumenten elkaar voorzichtig lijken af te tasten. En dat zijn er trouwens wel wat. Want de vaste trompet, vibrafoon of gitaar kregen dankzij Chantal Acda plots ook gezelschap van piano, strijkers, klarinet en altsax om de warme, akoestische sound van deze spaarzame muziek te verrijken.
Zonder dat dit alles natuurlijk afbraak doet aan de melancholie en eenzaamheid, die als een rode draad door het album heen slingert, zachtjes toegedekt door een warme en zelfgebreide deken. Verwacht dus een plaat waarin het vijftal de neerslachtigheid van een band als Sophia wil benaderen in akoestische, harmonieuze liedjes om uiteindelijk uit te monden in de dik zeven minuten lange afsluiter What Would You Do, dat vruchteloos op zijn honger blijft zitten voor een muzikaal doorbraak- of aha-moment. Zonder verwijt trouwens.
Het nieuwe Isbells-verhaal is dus een stuk rijker en royaler dan het vorige. Voor zover je deze termen mag gebruiken bij een band die gelukkig blijft zweren bij de basis van zachte liedjes vol doezelende mijmeringen en sterk geladen, openhartige emoties.