Immersion - Nanocluster Vol. 1
City Slang
Immersion zit in een rollercoaster. Het creatieve project van Colin Newman (Wire) en Malka Spigel (Minimal Compact), samen actief in popwaveband Githead, lijkt sinds een pauze van twee decennia eindelijk aan een nieuwe adem toe te zijn. ‘Nanocluster Vol. 1’ volgt twee albums van het herboren Immersion op en is een samenwerkingsproject met alweer andere vrienden als Ulrich Schnauss, Tarwater of Scanner die - welja - ook in het verleden al een Githead-badje nam.
Serieus vriendenclubje dus, op dit ‘Nanocluster Vol. 1’. Tarwater, Laetitia Sadier (Stereolab), Ulrich Schnauss (ex-Tangerine Dream) en Scanner mogen elk drie tracks bijdragen, goed voor een verzamelaar met een dozijn digitale drie- à vierminutensnoepjes in sfeervolle Immersion-verpakking. Laten we de smaken even overlopen.
Tarwater: een warme, ritmische gloed en fijne krautrockinvloeden. Met een doorwegend, alomaanwezig loom en droomgevoel. All You Cat Lovers is zelfs uitgegroeid tot een heuse indiesong met aangenaam huislijke lyrics.
Laetitia Sadier: doezelige en fantasierijke postrock met licht psychedelisch kantje. In het geval van een iets minder overtuigend Uncencored met een enigszins neurotische, industriële zang en uitstraling.
Ulrich Schnauss: diep ritmische basconstructies met brede tapijten van melodieuze postrockgitaren. Het heerlijk melancholische Skylarks is als vooraf vrijgegeven single een fraai stukje idm-breaks, samples en opgewekte tokkelmelodie. Vreemd genoeg zit de aangekondigde veldleeuwerikzang wel pas in volgende track: So Much Green.
Scanner: iets meer duistere en mechanische synthesizerconstructies. De combinatie van lichte percussie, thematische tune en diepe dubbas van Metrosphere is ontroerend mooi. Het Cure-gitaartje erbij maakt het helemaal af.
Wat we nog niet verklapten: dit Nanocluster-project ontstond in een gelijknamige club (die door Newman uitgebaat wordt) en uit bijzondere live sessies, waarbij bovenstaande artiesten ook hun opwachting maakten. Ze kreven elk slechts drie dagen studiotijd om de songs, die ze ook live moesten spelen, op te nemen. Dubbel chapeau, zeggen wij dan.
Want ondanks dat vier verschillende artiesten hier aan de bron staan, gaat er toch een grote consistentie uit van deze plaat. Een soort van heerlijke ongedwongenheid, een combinatie van frisse melodieën en lome tonen die je als kenner meteen kan filteren, als je de muziek van de respectievelijke componisten optelt. De hybride van post-krautrockiaanse elektronica en live instrumentarium op zijn best. Laat Volume 2 maar aanrukken.