Horsebeach - II
Alone Records
Ergens in de slagschaduw van Beetham Tower knutselde Ryan Kennedy wat muziekjes in elkaar op zijn slaapkamer, wat resulteerde in twee albums in minder dan twee jaar tijd. En beide zijn de moeite waard.

Toegegeven: dat eerste, titelloze album uit 2014 ging aan ons voorbij. Kennedy oftewel Horsebeach, maakt dan ook geen luide muziek, die onweerstaanbaar om aandacht schreeuwt als een kleuter die in de supermarkt net datgene wat hij wil, niet krijgt.
Kennedy is een dromer en dat uit zich ook in zijn muziek, die hij componeert en arrangeert op vintage instrumenten die in de jaren tachtig van de vorige eeuw in zwang waren. Hij levert vloeiend meanderende droompop af, wat je al kan afleiden uit de hoes van ‘II’. Maar in tegenstelling tot heel wat bands van vandaag, dompelt hij zijn instrumenten of stem niet onder in reverb.
Kennedy’s muzikale esthetiek roept eerder herinneringen op aan bands, die we vroeger koesterden, maar ondertussen – ten onrechte – wat vergeten waren zoals Prefab Sprout, The Blue Nile en Aztec Camera. En tegelijk treedt hij in de voetsporen van hedendaagse bands als Real Estate, Beach Fossils en Atlas Sound.
Dit tweede album start ongelooflijk straf met twee instant-klassiekers: It’s Alright en Andy. Het eerste valt op vanwege de relaxte beat, zijn Vetiver-achtige gitaarklanken en zijn lieflijke jongens- /meisjesstem-harmoniezang. De zachte vocalen van stadsgenote Elizabeth De Cent passen geweldig bij de warme, crooner van Kennedy.
Andy start zowaar met wat psychedische klanken, maar eens de intro voorbij, nemen warme, analoge synths het over. “Niemand heeft ooit zo mooi, neen tegen mij gezegd”, zong De Mens destijds, maar de manier waarop Kennedy hier Andy afwijst, is nog zachter.
En we mogen het vast niet zeggen, maar we horen hier ook wat verre echo’s van The Smiths, ook al heeft Kennedy zeker niet die opdringerige stem van Morrissey. Luister naar de donkere, melancholische basklanken van Broken Light, gecombineerd met die sprankelende gitaar en noem ons één andere band die in je opkomt.
En dan kabbelt de plaat rustig verder; als een soundtrack bij de nacht. Kennedy durft het zelfs aan om een lange, instrumentale song centraal op het album te posteren als aanloop naar volgend hoogtepunt: Dana. Mocht het geen winter zijn, we hingen meteen onze hangmat tussen twee bomen om er heerlijk op weg te dromen.
Op ‘II’ gaat Kennedy iets dieper dan op het debuut en levert hij een warme, intro- en retrospectieve plaat af. Eentje om te koesteren.