Helms Alee - Keep This Be The Way

Sargent House

Keep This Be The Way

Het is soms niet eenvoudig de stijl of richting van een plaat in enkele kernwoorden te vatten, zeker niet bij een band als Helms Alee, die niet in één of ander hokje geplaatst wil worden. Al sinds de start in 2007 blijkt het trio uit Seattle zich evengoed thuis te voelen bij zware gitaren met veel galm als bij zoet klinkende samenzang. En net als we denken al hun kunsten inmiddels wel gehoord te hebben, worden op album nummer zes heel nieuwe registers opengetrokken.

De band was altijd al buitengewoon creatief, getuige die veelzijdigheid en de ingewikkelde songstructuren. Het feit dat de drie leden doorgaans een gelijk aandeel hebben qua inbreng - tot vocale bijdragen toe - heeft daar vast ook iets mee te maken. Maar de laatste jaren was Helms Alee vanwege corona gekluisterd aan een paar geïmproviseerde studio's. Terwijl tot dan toe de setting bij optredens de basis vormde voor het geluid op de plaat, was er nu de gelegenheid langdurig de mogelijkheden van geavanceerde productie uit te proberen.

Met de finesses van wat wij voor het gemak dan maar even progrock en sludgemetal noemen in de vingers, zou voor heel wat bands de verleiding groot kunnen zijn te leunen op cliché's als ellenlange nummers vol trage dreunende gitaarpartijen die de aarde doen schudden. Dat geldt dus niet voor Helms Alee. Sowieso overschrijdt de teller slechts bij uitzondering de vijf minuten en blijft hij vaak zelfs steken onder de drie. Maar ook muzikaal slaat men wegen in die de luisterbaarheid vergroten en de nieuwsgierigheid van de aanhoorder aanwakkeren.

Bij de eerste twee nummers wordt je overigens nog op het verkeerde been gezet. Een paar speciale drumeffecten, verknipte saxofoonfragmenten, spelen met de draaisnelheid van een plaat en een trucje met sirene-achtige synthesizers zullen de serieuze luisteraar misschien wegjagen. Maar vanaf How Party Do You Hard wordt er andere koek geserveerd. Door de gitaren veelal op standje "clean" te laten, ontstaat een vruchtbare bodem voor een ruimtelijke sfeer, waarbij de zang van Dana James meer dan ooit goed uit de verf komt. Anders dan op vorige albums is er maar relatief weinig mannelijke vocale inmenging zodat ook het gebrul nu tot een minimum wordt beperkt.

Verfrissend zijn de even brede als diepe klanken op het semi-orkestrale Big Louise dat in de verte wel iets heeft van een Nick Cave-ballade. Het ultrakorte The Middle Half zit, ondanks het veel hogere tempo, ook ongeveer in die orbit. Maar in de meeste nummers hierna komt toch weer, zij het meesterlijk gedoseerd, het vertrouwde geluid inclusief zware gitaren bovendrijven. Het inspirerende Mouth Thinker wijkt daar met engelachtige zanglijnen nog als enige vanaf.

Het moge duidelijk zijn: Helms Alee zit niet vastgeroest in het bestaande stramien, maar heeft een nieuw speelveld gevonden. Of eigenlijk uitgevonden.

Helms Alee live: 24 mei, Trix, Antwerpen

18 mei 2022
Tino Fella