Hand Habits - Blue Reminder
Fat Possum
Met het warme weer is de oogst in de tuin vroeger en overvloedig en zo lijkt het ook wel op muzikaal vlak te zijn, want ook de nieuwste van Meg Duffy is smakelijk, laaghangend fruit.
Vier jaar was het geleden dat Hand Habits nog eens een album uitbracht. Niet dat Meg Duffy ondertussen werkloos was. Hen werkte samen met Luke Temple, Jeremy Harris en Philip Weinrobe op hun ep ‘Sugar The Bruise’ (2023) en later waren er alianties met meija, Olivia Kaplan, Matt Berninger, Toro y Moi en Miya Folick en op de prachtige compilatie ‘Transa’ stond een duet met Bill Calahan.
Het bleek de manier voor Duffy om hun muzikale horizon opnieuw te verbreden, iets wat hen ook al lukte op ‘Fun House’, maar hier nog verder doorgedreven wordt en beter klinkt. Is dat de inbreng van multi-instrumentalist, technicus en producer Joseph Lorge die hier mee de productie verzorgde in plaats van Sasami Ashworth? Als dat zo is, heeft hij zijn technische vaardigheden bij Japanese Breakfast, The Weather Station en Perfume Genius goed aangescherpt.
Die laatste band is trouwens de link tussen hem en Duffy die lid is van Perfume Genius’ band, net als gitarist Gregory Uhlmann, pianist Alan Wyffels en drummer Tim Carr die present tekenen en net als o.a. Blake Mills, Marina Allen, Daniel Aged genoemd worden als mede-componist van verschillende songs op de plaat. Dat het resultaat ondanks die ruime inbreng toch klinkt als een geheel is opmerkelijk, maar het verklaart misschien wel waarom we vier jaar op het album moesten wachten.
Inspiratie vindt Duffy overal. Zo is Dead Rat geïnspireerd op een dode rat die lag te rotten in een tussenruimte tussen twee muren in hun huis. Onbereikbaar, maar door de stank overduidelijk aanwezig. Maar Duffy blijft niet steken in anekdotiek. Hen maakt er een liefdevol klinkend nummer van over het verleggen van de eigen grenzen.
En zo balanceert de plaat wel meer, slingerend tussen emoties als liefde, angst, onzekerheid en verdriet. Maar de slingerende hangbrug is wel stevig verankerd in de vriendschap en het respect van de medewerkers en de gitaar van Duffy fungeert als balanceerstok. Hen laat het instrument kabbelen dan wel scheuren volgens wat de songs vragen.
Openers More Today en Wheel of Change klinken wat steviger, maar vanaf Nubble lijkt het evenwicht gevonden. Jasmine Blossoms en Way It Goes klinken dan wel jazzy, maar wel eerder die van Norah Jones dan die van Mingus met hun zacht pingelend pianolijntjes en warme saxwinden.
De tweede helft van de plaat, na het instrumentale Forgiveness, lijkt de omgekeerde beweging te maken. Bluebird Of Happiness laat een irritant repetitieve gitaar botsen met een hemelse zanglijn om uiteindelijk open te bloeien tot een euforisch hoogtepunt. Maar het blijkt ook een breekpunt, want de titeltrack brengt weer iets helemaal anders. Het is een complexe song die wat scheef getrokken lijkt, maar toch charmant blijft.
De twee afsluitende songs keren terug naar de zachtheid die ook het einde van de eerste helft kenmerkt, om met Living Proof helemaal uit te doven. Alsof je in slaap valt in de tedere warme armen van je geliefde.
‘Blue Reminder’ viert de liefde, ook die tussen mensen van hetzelfde geslacht, maar is ook een teder protest tegen de angst en onzekerheid die trans- en queerpersonen soms verstikken; een combinatie van de bruisende adrenaline die je voelt met de angst die je voelde toen je de wankele hangbrug overstak boven een donkere afgrond, hand in hand met je liefste.