Haley Bonar - Impossible Dream

Memphis Industries

Haley Bonar is al meer dan tien jaar bezig. Toch is ze nog altijd maar begin de dertig en kan je haar beschouwen als een goede bewaarwijn: ze wordt steeds beter.

Impossible Dream



Veel is er over Haley Bonar niet te vinden. We weten dat ze in 1983 geboren is in Canada, opgroeide in de Black Hills van South Dakota, ontdekt werd in Duluth door Alan Sparhawk van Low en daarna vooral in St. Paul, Minnesota woonde, met een kleine tussenstop in Portland. Ze trad vaak op samen met Andrew Bird en - o ja - ondertussen is ze een jonge moeder. Dat is het zowat. Voor de rest laat ze enkel haar platen spreken.

En dat zijn er ondertussen nogal wat: dit is haar vijfde album onder eigen naam, maar ook een aantal ep’s zagen in de voorbije jaren het daglicht en er is ook haar pretpunkproject Gramma’s Boyfriend waarmee ze twee albums afleverde. Twee jaar geleden stond Bonar hier met haar band op het podium in het voorprogramma van Foxygen. Toen had ze net haar album ‘Last War’ uit, waaruit je je misschien Kill The Fun herinnert of het met Justin Vernon gezongen From A Cage.

Van de nieuwe plaat zullen we ons over een paar jaar alvast nog meer nummers herinneren; want Bonar en haar band klonken nog nooit zo goed samen. De focus lag dit keer niet op een verhaal voor de hele plaat. Elke song staat op zich, maar toch hebben ze allemaal gemeen dat ze ontsproten zijn uit herinneringen van Bonar. Ze gaan over haar jeugd, haar ouders, “anders zijn”, tienerouderschap, jaloezie en achterdocht.

Het begon al heel mooi met de vooruitgeschoven track I Can Change  waarin de protagonist worstelt met haar anders zijn. “I could be so happy / if I let myself be happy / but I’m too busy behaving for the crowd”, zingt Bonar over warme drums, akoestische gitaar en meanderende synthlijnen.

En dan kwam die single Kismet Kill over een vrouw die gevangen zit in haar relatie en smolten we helemaal weg. Onder de gruizige gitaren en de stevige drums zit een gevoel van onbehagen, fantastisch verwoord in catchy oneliners als “I was impossible when I was beautiful” en “I’ve got a deathwish by my side / so don’t you want to take me for a ride?”

Bijna op dezelfde hoogte staan Called You Queen en het escapistische, van eenzaamheid doordrongen Better Than Me en de potige afsluiter Blue Diamonds Fall, maar nog belangrijker is dat er tussen de tien nummers geen enkele misser staat. De instrumenten zijn allemaal perfect in balans en die kristalzuivere stem van Bonar maakt het helemaal af.

Bonar lijkt weinig gelegen aan succes hier bij ons, maar mocht dit de plaat van haar grote doorbraak worden in Europa, zou het volledig terecht zijn.

5 augustus 2016
Marc Alenus