Grandbrothers - All The Unknown

City Slang

All The Unknown

Nee hoor, Grandbrothers is geen project van twee broers of familieleden, maar wel eentje van twee gelijkgezinden, respectievelijk de Turks-Duitse pianist Erol Sarp en Zwitserse producer Lukas Vogel, die samen al twee platen vol heerlijke dansmuziek maakten. Want dance en piano zijn natuurlijk ook goede vrienden.

‘All The Unknown’ verruimt de texturen, mogelijkheden en grenzen die dit tweetal al eerder verkenden. De combinatie van neoklassieke pianomelodiën (zowel ritmische akoorden als melodieuze bovenbouw) en onderliggende beats, percussie of sfeerelektronica zorgt voor een tegelijkertijd groots en zachtmoedig geheel. Zoals bij een nummer als Four Rivers dat spaarzaam begint aan een bronnetje met een sierlijke toetsenmelodie, maar meer en meer gaat kabbelen en vibreren tot een druk gelaagd geheel van beweeglijkheid ontstaat om nadien langzaam weg te sterven in een zee van waas en totaliteit.

De dertien instrumentals op dit album knipogen dan ook regelmatig naar succesvolle hedendaagse pianisten (E. Einaudi, O. Arnalds, …), maar voegen daar dat extra dance- element aan toe. Wetende dat dat de fans van deze sfeerpianisten danig tegen de schenen kan schoppen, is dit toch een combi die mooie vruchten afwerpt. Want hoewel beats eerder rechtlijnig de oppervlakte beroeren en dus vooral een ondersteunende functie hebben, laten Grandbrothers vooral aan begin en eind van elke track best enige ruimte voor emotionele beroering en zachtmoedigheid. Of mag je in een song als Shorelines vol heerlijke arpeggio’s meegolven op een roes van digitale strijkers.

En ja, soms leunt het evenwicht net iets te ver over naar het moderne karakter en krijg je een soort van instrumentaal Regi-gevoel. Maar op de betere momenten van dit duo (en die zijn talrijk!) verdwijnen de beats in het niets en tonen de heren echt waar ze toe in staat zijn: de luisteraar in een soort van zachtmoedige melodieuze fantasiedroom meenemen. Een ambientlounge zoals Auberge vol gloed en weemoed illustreert dat.

Misschien nog een mooie extra die je niet direct auditief met deze muziek meekrijgt: veel ritmische klanken zijn indirect ook afkomstig van de piano, door mechanica en opname-apparatuur binnenin de vleugel te plaatsen en zo op zoek te gaan naar unieke geluiden die extra bewerkt konden worden. Maar in plaats van angstvallig en uitsluitend aan deze bron vast te houden zoals bij de vorige twee studioplaten, is dat nu een leuk aanvullend idee, wat de extra organische sterkte van dit album verklaart. Mooi ontdekkertje.

22 januari 2021
Johan Giglot