Grace Cummings - Storm Queen

Ato Records

Storm Queen

Fans van sterke vrouwen genre Anna B Savage of Shilpa Ray zullen zeker ook de muziek van deze artieste uit Melbourne smaken.

Grace Cummings heeft een stem waarop je kaas kan raspen en de emoties op deze plaat draven rond als op hol geslagen mustangs over een uitgestrekt, maar ruw land. Gelukkig vinden ze af en toe ook een groene pastorale weide. In 2019 debuteerde ze met ‘Refuge Cove’ op het label van King Gizzard & The Lizard Wizard, maar het allereerste wat we van haar hoorden was een cover van Bob Dylan.

Ook hier hangt de geest van Zimmerman nog in de lucht, al blijft de mondharmonica ditmaal op zak. Zeker in het poëtische, maar koortsige Up In Flames,  waarin de Australische ook flink wat namen dropt uit de Amerikaanse folkscene, doet ze denken aan haar idool. Dat mag amper verrassen. Dit album krijgt het label “folk” en bevat de typische instrumenten die je in het genre verwacht (fiddle, akoestische gitaar, banjo, theremin,…), maar vergis je niet; Cummings is een zelfverklaarde freak en doet geen moeite om dat te verbergen.

Haar stem is als een oerkracht die meteen herkenbaar is, maar ook soms vermoeiend om naar te luisteren. Al de rest wordt in de schaduw gezet, als ze haar schuur opentrekt. Sommige mensen hebben drie tepels, maar het zou ons niet verrassen, mocht blijken dat Cummings een extra long heeft.

Gelukkig lijkt ze dat zelf ook te beseffen en weet ze soms enigszins te doseren zoals in Here Is The Rose en nieuwste single Raglan waarin de fiddle de hoofdrol opeist en waarin ze mijmert over Raglan Street, de straat waarin ze fietst als ze haar vrienden bezoekt en waar ze het nummer opnam in de studio van Jesse Williams. Het voelt alsof je zelf bij die folkjam aanwezig bent.

Two Little Birds mocht nog iets zachter ingezongen zijn. In dit bijna naakte nummer begeleiden enkel een spaarzame gitaartokkel en een af en toe opborrelende piano de stem van Cummings die echt moeite lijkt te hebben om het klein te houden. Die stem leent zich toch net iets beter voor een bijna-gospel als openingsnummer Heaven, maar ze heeft gelijk dat ze het probeert, want zelfs VDB wist het: trop is te veel.

En soms lukt het ook echt. Zoals in This Day In May, waarin ze de lagere regionen van de toonladder opzoekt en daardoor eerder rokerig dan pathetisch klinkt. Ook hier wordt ze enkel begeleid door een akoestische gitaar en een enkele pianotoets, maar toont ze minder neiging om het register helemaal open te trekken.

Wat volgt is het stormachtige titelnummer van de plaat dat nog ingehouden start, maar dan heerlijk doormidden wordt gescheurd door een rauwe saxofoon, het enige instrument dat qua timbre wat kan tippen aan haar stem. En dan nog het afsluitende Fly A Kite waarin ze lekker theatraal uithaalt en de theremin nog eens bovenhaalt.

Cummings is een hedendaagse, muzikale heks die met folk-elementen en stem een plaat brouwde met ongeveer dezelfde ingrediënten als het debuut, maar dan nog straffer en vooral minder duidelijk beïnvloed door de voorbeelden.

18 januari 2022
Marc Alenus