Godspeed You! Black Emperor - Allelujah! Don’t Bend! Ascend!
Constellation Records
Wolken mogen zich met pakken boven onze hoofden verzamelen, wereldrampen mogen elkaar verdringen in een groteske tornado, grimmige figuren mogen het lot van de laatste overlevenden als een citroen uitknijpen. Het kan ons allemaal niet schelen, zolang Godspeed You! Black Emperor er maar de soundtrack bij mag schrijven. De Canadezen zijn terug en dat belooft heel veel onheilspellends.
Eindelijk, want tien jaar na ‘Yanqui U.X.O.’ gingen we bijna echt geloven dat de band gesplit was en nooit meer zou herrijzen. Misschien vonden we dat eerst ook maar goed zo. Misschien waren we reeds verzadigd van wat de groep ons eerder al had voorgeschoteld. Misschien werden we die hele Constellation-scene wel wat beu na de tientallen nevenprojecten en andere groepen die in de voetsporen van Godspeed wilden lopen. Misschien hadden we het beste gehad en konden we maar beter koesteren wat we gehoord en beleefd hadden.
Je maakt zoiets jezelf maar wijs om je gemoed te sussen, zo blijkt. Wanneer het nieuwe ‘Allelujah! Don’t Bend! Ascend!’ grommend uit onze luidsprekers gekropen komt, gaan onze haren gehoorzaam overeind staan en blijven die houding volhouden tot de laatste noot gespeeld is. Ondertussen denderen de schilderijen net niet van de muren en slagen de fotokaders er met moeite in zich vast te kluisteren aan de rand van kast.
Net zoals de verpletterende indruk die ze maakten in het Koninklijk Circus, is ook dit album een mokerslag van Thor. Het opent met een sample van wat een arrestatie zou kunnen zijn. Vandaar baant het zich als een glibberige adder een weg naar boven langs gekende knooppunten als eeuwig aanzwellende drums, schurende gitaarrifs en georchestreerde anarchie. Mladic, ongetwijfeld een verwijzing naar de Bosnisch-Servische massamoordenaar, eindigt met een noise-brij waaruit een geïmproviseerde straatfanfare tevoorschijn komt. Met GY!BE weet je werkelijk nooit.
Ook We Drift Like Worried Fire bouwt in twintig minuten tijd spanningsbogen op en af dat het lieve lust is. Halverwege sterft het een schijndood, maar vertrekt het alweer snel voor een tweede ronde die, afgaande op de claustrofobische drums, ons de uppercut zal verkopen waarop we nu al tien jaar zaten te wachten. Cello’s en violen zorgen voor extra grandeur in de prachtige slotfase.
Twee van de vier nummers blijven dit keer onder de zeven (!) minuten hangen. Een commerciële zet zouden we het niet noemen. Their Helicopters’ Sing schuurt en kraakt als een houten hut die onderhevig is aan tropische storm. Afsluiter Strung Like Lights at Thee Printemps Erable lijkt de verklanking van een neurose. Een grillig beestje dat in je gehoorgang blijft knagen en zoemen.
Zo, we kunnen wel weer even verder. Onze verslaving kent een nieuwe episode.