Framauro - Alea Iacta Est
Lynx Music
Voor er sprake was van Millenium was er Framauro. Ryszard Kramarski nam de eerste demo’s min of meer letterlijk op in zijn slaapkamer. Het debuut uit 1998 werd vergeleken met Collage, toen de vaandeldrager van de Poolse progrock. Kramarski richtte het label Lynx Music op en Framauro werd Milennium. Maar Framauro keerde in ’20 terug in actieve dienst en ‘Alea Iacta Est’ is hun derde worp.
Nog meer dan Millenium is Framauro het persoonlijke mondstuk van Kramarski. Meer dan twintig jaar zat het opgesloten in een droogdok. Dat het opnieuw te water is gelaten, bewijst dat Kramarski met Framauro een andere bedoeling heeft dan "grote broer’"Millenium. Terwijl de groep met nieuwe zanger David Lewandowski in neo-progressieve richting gaat, staat Framauro eerder voor een geluid dat sterk aanleunt bij Pink Floyd.
Dat hoor je meteen in Like Father Like Son waarin Marcin Kruczek gitaarspel etaleert uit het gulden boek van David Gilmour. Maar ook een voor Kramarski persoonlijk nummer gezien de thematiek. Het is zijn zoon Michał Kramarski die de zanglijn van de zoon voor zijn rekening neemt.
Een onderwerp dat dicht op de huid ligt, dat geldt ook voor My Beloved Songs als Kramarski een ode brengt aan de reuzen van de progrock. Veel ruimte opnieuw voor de gitaarlicks van Kruczek (of is het Gilmour?) terwijl Kramarski een buiging maakt voor Richard Wright.
Spel op het Hammondorgel leidt het luchtige Dogs And Cats in. Geen floydiaanse ernst hier, tenminste niet tot de finale, waar lichtheid en zwaarwichtigheid als bij wonder in elkaar overvloeien. Painter Of Our Souls zou evengoed op een Millenium-album kunnen staan. Of één van Pendragon, daar zijn we nog niet uit.
Meer eigen ontboezemingen van Kramarski en meer metamuziek in Lost In Music, waarin de Pool de liefde voor de muze Euterpe belijdt. Clichés als "muziek is balsem voor de gekwetste ziel" worden van stal gehaald, maar een egodocument is nou eenmaal niet als literatuur bedoeld.
Het afsluitende titelnummer gebruikt de akoestische gitaar als structuurelement – zeer Dire Straits-achtig – en dan neemt de vocale melodie de leiding. De coda geeft ten slotte het hele speelveld aan Floydiaans gitaarspel, waarmee de cirkel rond is.
‘Alea Iacta Est’ is misschien niet de avontuurlijkste progplaat van het jaar, maar de zes songs zijn vaardig geschreven en klassevol uitgevoerd. Of deze ooit live zullen gespeeld worden, is twijfelachtig, aangezien Framauro expliciet als een studioproject in de markt wordt gezet. Gelukkig is er deze schijf met drie kwartier lekkere en toegankelijke muziek in een prima productie van Kramarski.