Fifty Foot Combo - Fifty Foot Combo
Drunkabilly Records
Het gebeurt niet vaak, maar op vraag van de band hebben we het titelloze album dat de wederopstanding van Fifty Foot Combo terug onder de loep genomen. Dit niet zozeer om onze reeds bestaande appreciatie te versterken, maar wel om toch nog enkele puntjes op de i te zetten.
Met name over het etiket “psychobilly” en de bijbehorende persiflages van gewaxte haardossen en vlammende lichaamssignaturen moeten we alles toch even nuanceren. En gelijk hebben ze. ‘Fifty Foot Combo’ heeft, net als de vijf voorgaande albums, weinig met contrabassen en strakke jiveritmen te maken. Luister maar even naar het heerlijk lang opgeklopte, ronduit psychedelische Damage Report. Het gaat hier niet zozeer om de afgebakende structuur, maar meer om een soort van rauwe freestyle met knipogen naar punk en garagerock.
Feit blijft echter dat het Combo weer stevig terug is na meer dan een decennium zonder studiowaren. En feit blijft dat de oppeppende, (grotendeels) instrumentale songs, die het kwintet hier presenteert, een fraaie combinatie bieden van sterke gitaarriffs met een stevige knipoog richting surf, afwisselend gesoleer en in de hoogte klimmende partijen. Een “monstrophonic” mengelmoes van vintage muziek en psychedelica, zeg maar. Live vaak gecombineerd met een stevige portie overdonderende noise.
Verder is het ook moeilijk om zowel het filmische als humoristische karakter van deze muziek te ontkennen, maar die ‘Pulp Fiction’-link kreeg u ook al mee. De conga’s uit de oorspronkelijke bespreking bleken in feite bongo’s te zijn en de enige link met Rios of Novastar stamt uit een ver, ver verleden (en nu een stevige slok Jack Daniëls dan!).
Maar kom, de muziek. Het gaat hem allemaal om controle, om de kracht van persistente grooves en om elkaar cirkelende thema’s, van beurtelings uit de bocht scheren en elkaar imiteren. Dit is het verhaal van een drummer, bassist, toetseniste, twee gitaristen en een percussionist die elkaar het vuur aan de schenen leggen op momenten dat ze niet gezamenlijk kiezen voor een sfeervolle, muzikale gezapigheid, zoals het spaghettiwesternnummer Blood Meridian met zijn zwaar rollende floortoms. Meestal gaat de groep immers voor jachtige taferelen van virtuoze melodieën en stevig swingende ritmes. Wat niet wil zeggen dat het tempo steeds hels hoog ligt. Volle, open akkoorden en diep ingestampte effectpedalen bereiken al heel wat, net als gierende solo’s of volumeknoppen die een eind voorbij de tien gedraaid worden.
Het is gewoonweg telkens die unieke combinatie die het hem doet. Het één-twee, één-twee-drie ritme op de floortom dat Law Of The Jungle drijft en waar de conga’s heerlijk doorheen mogen roffelen. Of dat meeslepend motiefje dat een sierlijk, traag Black Water voortdrijft als een heuse spookmambo, tot het nummer in tweede versnelling schiet. Dodelijk efficiënt.
Favorieten? Beginnen we niet aan. Snel of traag, speels of exotisch, Fifty Foot Combo weet binnen het eigen, filmische wereldje voldoende te variëren. Na negen stevige, instrumentale slapsticks en een zowaar ingezongen nummer krijgt de luisteraar er trouwens nog een vette bonus bij: een interpretatie van countryklassieker Wild Man, een sensueel Trop Sauvage - ingezongen door toetseniste Sandra Hagenaar - en zowaar een eigen interpretatie van Jaydees Plastic Dreams. Die laatste is trouwens geinig, maar weinig noodzakelijk.