Fence - The Winding

Fons Records

Juicht, vrienden van de popmuziek. Juicht, want de Belgische poprockband Fence is terug van weggeweest. Destijds teisterden ze de betere radiozenders met vrolijke meezingers als Singapore Airlines, Marylou en Sportlife. Nu staan ze voor de deur met ‘The Winding’, hun - als we het goed voorhebben - vijfde reguliere album. Twee decaden aan ervaring in de muziekindustrie achter zich ontpopt Fence zich tot zoveel meer dan de zoveelste Rock Rally band die een plaat uitheeft. De meebrulfactor is ongewijzigd gebleven, maar het oerdegelijke popfundament wordt aangelengd met groovy poprock, hitsige soul en funk, en her en der streepjes far out jazzrock.

The Winding



De hoes bewijst dat Fence na jaren afwezigheid er met ‘The Winding’ eindelijk terug staat. Hobbelige, onzekere en voorspelbare paden kwamen ze onderweg altijd tegen: er waren wisselende bezettingen, veel gezeik met labels en samenwerkingen met verschillende (al dan niet bevriende) muzikanten.

'The Winding' is een album dat aangeeft dat de ontelbare hoogtes en laagtes de band getekend hebben. Het vorige 'Fence' (uit 2012) zag de band nog uitgedund tot een trio (Niels Hendrix op drums en gitaar, Meindert Leenders op bas en Lieven Verdin op strings and things). Op het nieuwe album zien we de band als een herboren vijftal naar uw aandacht hengelen. Tekenen inmiddels ook present : Micha Volders (The Sore Losers, Black Cassette) op percussie en loops en knoppenman Joeri Wijnants.

Als eerste single kregen we al de titeltrack The Winding op ons brood, een swingend vehikel dat genadeloos uw hersenpan treft en inmiddels aan een zegevierende carrière langs verschillende radiozenders ten lande bezig is. Zoals dat vandaag de dag gaat is er niet alleen de okselfunkfrisse, aanstekelijke, belachelijk hard naar zomers gras geurende single, maar spaarden de heren van Fence ook uw ogen niet zodat die wat multimediaal spektakelplezier hebben. De heren namen Visuals International onder de arm en zodoende brachten Jonas Wellens & co menige uurtjes door met tweeduizendvijfhonderd handgemaakte tekeningen met waterverf, tekenstiftjes uit de Colruyt en Chinese inkt, hetgeen resulteerde in de gelijknamige video.

En de songs? Catchy as hell. We zijn nu eenmaal “fans” van Fence. Netjes verdeeld over “a side” en “other side” vinden we onder meer een liefdesverklaring (In Love) en de reeds met superlatieven overladen titeltrack. Iets verderop horen we het erg geïnspireerde The Battle Calls, die iets dwaas doet met ons, vooral doordat de song ondanks de duidelijk aanwezige barsten en blutsen toch weet te schitteren.

Zelden had Fence de groove zo te pakken. Verdomd opwindend en verslavend. Dit vinden we bij Lupi en vooral Move On die met hun slappende bas- en synthpatronen naar zwoele, sexy dansfeestjes hinten. Zelf houdt de band het qua invloeden op een te gekke kruising van Wayne Coyne (Flaming Lips) en George “Space Is Another Funky Place” Clinton. De late night callvibe blijft zich van ons meester maken, ook tijdens het bezwerende Step Inside dat iets te gek doet met invloeden van Jamiroquai en Sun Ra.

Dezelfde groovy attitude houdt Fence ook in het tweede deel aan. Van het wat slepende Very Old Man tot het minder experimentele Pulling Blanks (big deal, ze rippen de Beatles, maar ze doen dat tenminste met verfijning), het blijven erg aangename luisterervaringen. “Lay down the groove”, zingen ze in een optimistisch meerstemmige harmonie. Dat vat de spirit van het album goed samen. De band experimenteert volop in Do Not Understand (klinkt als een tiener die de ouderlijke seventies funk en r&b-discotheek ontdekt) en het instrumentale Heroes. Fence besluit het album met Mac & Cheese; een weggooinummertje, maar eentje dat nog even - net als het album in zijn geheel - blijft nazinderen.

Fence kan u live meemaken in Commerce Leuven (akoestisch) op 26 mei, N9 (Eeklo) op 11 juni, AFF (Genk) op 6 augustus en CC De Muze (Heusden-Zolder) op 24 september.

23 mei 2016
Philippe De Cleen