Every Time I Die - Low Teens

Epitaph Records

Tijd voor een kleine kennismaking. In zijn vijftienjarig bestaan heeft het vijfkoppige metalcoregezelschap Every Time I Die nooit gas teruggenomen. Enkele noodzakelijke bandwijzigingen hebben het furieuze punkvuur van deze band alleen maar aangewakkerd. De vierde langspeler in de Epitaph-stal, ‘Low Teens’ kan dat enkel maar beamen.

Low Teens

Luider, sneller, wilder … extreme muziek - vaak gepaard gaand met maatschappelijke ontevredenheid - is opnieuw erg populair. Dat geldt ook voor hardcore; of althans voor felle speedpunk met schreeuwende zangers, die over NYC kelen maar er nooit echt geweest zijn. Dat echte hardcore nog wel even wat anders is, komen de Buffalo’s van Every Time I Die bewijzen.

Want hardcore is “a way of life”, een furieuze aanklacht die niet enkel muzikaal geuit wordt, maar ook naast studio of podium blijft doorleven. En dat hoor je, wanneer Keith Buckley zijn keel opentrekt en in opener Fear And Trembling met de woorden “Sacrifice – we all kill to survive” of in Petal meent: “First I need to save the life of God / so God can come over and save me from myself”. Om maar even mee te geven dat deze plaat bol staat van persoonlijke aanklachten waarbij de zanger zich aangevallen voelt door zowel de macht van de politiestaat als de corruptie van mensen die pretenderen "Het Geloof" te belijden. Van furieus naar hulpeloos en weer terug.

Maar niet enkel op tekstueel vlak – met eenvoudige slogans en korte, krachtige teksten - snijdt deze plaat door merg en been. Every Time I Die combineert ook de felheid van hardcore met de melodieuze zwaartekracht van metal of zelfs de groezeligheid van stoner. Zo hoeft Buckley zich niet elke keer de longen uit het lijf te schreeuwen, maar mag hij in een schurend en scherend Two Summers ook eens voluit zingen. Helemaal mooi wordt het wanneer een meer dan vijf minuten durend Religion Of Speed beide werelden combineert en van logge riffs overschakelt op speedpunk, maar ook een vraag- en antwoordspel biedt van smekende zangpartijen en felle screamo’s.

Het vijftal houdt er ook van zichzelf telkens weer te vernieuwen. Zo hotsen en klotsen hakkende hardcorepartijen over zichzelf en vormen bas, drums en kort gierende gitaarriffs een hoekig, mathematisch precisiewerk met de trefkracht van een machinegeweer. Extra intermezzo’s, tempowijzigingen of bruggen zijn schering en inslag, maar geven toch telkens een stevige uppercut. Oppert daar iemand de gloednieuwe term jazzcore? Waarom ook niet?

Bombastisch en overtuigend, ‘Low Teens’ streeft muzikale perfectie na. De band heeft reeds een fenomenale livereputatie opgebouwd omwille van de energieke, woeste verschijning, maar ook op plaat verheft Every Time I Die hardcore waar naar een hoog niveau. Een erg hoog niveau.

20 november 2016
Johan Giglot