Erik Hall - Music For 18 Musicians

Western Vinyl

Music For 18 Musicians

'Music For 18 Musicians' (Steve Reich, 1976) is een mijlpaal voor de twintigsteëeuwse klassieke muziek, zoals 'Sgt. Pepper’s' dat is voor de pop. Een explosie van kleuren en ideeën, met een invloed die reikt tot ver voorbij de horizon. Maar terwijl tijdloze popalbums onaantastbare iconen worden, blijven klassieke werken doorleven in de handen van nieuwe generaties virtuozen en ensembles. Of in de poten van een eenzame wolf.

Zelfs Steve Reich zelf vond achttien muzikanten al vrij ambitieus. Meer zou beter zijn voor dit veeleisende stuk. Maar Erik Hall (In Tall Building, Wild Belle, His Name Is Alive) moest en zou zijn desert island disc ‘Music For 18 Musicians’ moederziel alleen opnemen. De ultieme lockdownplaat, zou je denken. Maar niets is minder waar. Hall zonderde zich af in februari 2020, vlak voor de pandemie, en legde zich toe op één sectie per dag - veertien in totaal.

Hoeveel uithouding en concentratie de uitvoering ook vroeg, de voorbereiding nam een volledig jaar in beslag. Want de praktische problemen waarmee Hall werd geconfronteerd, waren niet van de poes. Hij had een goed uitgeruste thuisstudio en de muzikale achtergrond om zich van deze monsterlijke taak te kwijten, maar geen viool, klarinet, xylofoons of marimba’s. Dan maar met de instrumenten die voorhanden waren. Hall wilde wel geen vioolpartijen op een synth spelen, of zo. Dat zou te veel overkomen als een gimmick. Hij ging dus op zoek naar de meest waarheidsgetrouwe vervangende geluiden. 

En zo komt het dat je op zijn uitvoering van 'Music For 18 Musicians' elektrische gitaar en bas kunt onderscheiden. De in een eindeloze cyclus ronddraaiende “tubtubuduub”-stemmen zijn gemanipuleerde stemmen van Hall zelf. In Section V en Section IX spitsen we de oren voor de assertieve sound van een elektrische piano, vreemd aan het origineel. Elders werkt Hall nog met Moog- en North Lead-synth, Hammond-orgel en een Roland-drummachine. 

Helemaal vooraan in Halls instrumentenparade staat de "prepared piano". Dat is een piano waarin de muzikant veranderingen heeft aangebracht onder de motorkap. Alles wat de sound kan veranderen, komt in aanmerking, zolang het de piano maar geen permanente schade toebrengt. Van stukjes plastic tot vorken, aan of tussen de snaren en hamertjes. Zo verkreeg John Cale de rinkelende pianoklank op All Tomorrow's Parties van The Velvet Underground met een ketting van paperclips. Vermoedelijk heeft Hall door zijn piano zo voor te bereiden, veel van de percussieve elementen in ‘Music For 18 Musicians’ kunnen opvangen.

Hij is in ieder geval geslaagd in zijn opzet. Hij wilde niet de aandacht vestigen op de verschillen ten opzichte van het origineel. En je moet ook verdomd goed bij de pinken zijn om die oefening klaar te spelen. Maar als zo'n verschil je spontaan opvalt, dan is het alsof je een goudklompje vindt. We vermeldden al de Fender Rhodes, maar het gebeurt ook in Section VIII, bij de Eno-achtige synths en digitale maracas, die eerder als een hi-hat klinken.

Wat nog meer opvalt, is dat deze interpretatie zachter aanvoelt dan Reichs opname voor ECM in 1978. Ook al blijft de muziek pulseren in repetitieve, wolkgewijs muterende patronen, Halls uitvoering moet het minder hebben van de percussieve kracht. Zijn partijen zijn enigszins vloeibaarder en romiger. De afvloeiende randen overlappen en de individuele klanten smelten samen. Dat maakt Erik Halls opname niet beter of minder goed dan andere opnames (en er zijn er wel wat). Het maakt wel dat het al imposante universum van ‘Music For 18 Musicians’ weer rijker is geworden en misschien wel, via het label Western Vinyl, zijn weg vindt naar een groter indiepubliek.

Een epische verwezenlijking, zonder twijfel.

3 januari 2021
Fabian Desmicht