Electric Eye - Horizons

Fuzz Club Records

Horizons

Noorwegen. Dan denk je aan weidse vlaktes. Dan denk je aan sneeuw. Maar bij daMusic durven ze dan al eens Motorpsycho, Madrugada of Kings Of Convenience bovenhalen. Electric Eye past in dat rijtje: eigenzinnig, uniek, spannend,... Anders, quoi.

Ze speelden al in het voorprogramma van bands/acts als Michael Rother (Neu), Wire, Hawkwind en Endless Boogie en de weerklank daarvan is op deze vijfde langspeler van Electric Eye absoluut te horen. In het bijhorende persbericht hebben ze het zelf over “the soundtrack of a futuristic Jacques Cousteau”. En ook  dat is er aan te horen. Want bij een eerste luisterbeurt (voor we dat citaat lazen) zagen wij alvast beelden van Franse films uit de jaren zeventig voorbijkomen. Ook al beweegt Cousteau zich op een dieper – pun intended – niveau, de lijn is toch enigszins door te trekken naar filmsoundtracks.

Dat begint al meteen bij de opener met de Noorse titel En Bekymringsfri Koloni, dat grossiert in een soort jazz met nerveus drumwerk en een surfgitaar, die daar overheen gespreid wordt. Quentin Tarantino zou hiervan absoluut beginnen kwijlen. Ons doet het ook nog enigszins denken aan het solowerk van Mike Patton voor de soundtrack van 'A Perfect Place'. Even verderop, in The Sleeping Sharks, is er tekst, maar die is ook daar helemaal bijkomstig. Er wordt eerder teruggekeerd op de instelling, die in de opener werd gehanteerd. En dat principe hoor je nog vaker terug.

Hoewel de seventiesvibe blijft hangen in Last Call At The Infinity Pool zijn er ook de nodige verschillen op te merken. Te beginnen bij de zang. Spannend is alvast de soms koppige muziek, die al eens het tempo verbreekt. Maar tegelijk zijn er dan die prachtige, nijdige, overstuurde gitaarduels die worden uitgevochten en die blijven nagalmen.

Naast het reeds eerder vermelde gitaarwerk zijn ook synths niet van ondergeschikt belang op deze plaat. Dat hoor je onder meer terug in Our Water Is On Fire, waar ze, in samenwerking met de ritmesectie, zorgen voor een duistere ondertoon, waarover vocoderzanglijnen galmen. De gitaren zijn hier van ondergeschikt belang, tenzij dan in wat we voor het gemak maar het refrein zullen noemen, waar ze heel even de overhand nemen.

Krautrock, maar ook progrock dwalen door deze songs heen. Songs, die je hoofd op den duur helemaal vullen en blijven hangen. Zoals dat hoort bij goede muziek. Je zou een nummer als Put The Secret In Your Pocket zelfs dansbaar kunnen noemen. En ook het daaropvolgende Lighthouse Rock past in dat rijtje. De ingrediënten zijn grotendeels dezelfde, enkel de samenstelling verandert.

En dan is er nog de crooner The Singularity, die weer eens de sfeer verandert. Hij begint letterlijk met vuurwerk, maar wordt daarna zodanig getemperd dat Tindersticks wel heel dichtbij komen, ook al durft de muziek nog steeds het tegendeel beweren. Het is trouwens meteen één van onze favorieten van dit album.

Het totaalresultaat is een plaat, waarvan de songs in laagjes werden opgebouwd. Laagjes, die de luisteraar geleidelijk aan bloot mag leggen om zo steeds dieper te gaan, op zoek naar de kern. En die zoektocht alleen al loont de moeite.

5 november 2021
Patrick Van Gestel