Dua Saleh - I Should Call Them
Ghostly International
Nieuwe hype. Tenminste, voor zover je de A&R talent scouts van het gerenommeerde en progressieve indielabel Ghostly International mag geloven met artiesten als Matthew Dear, Gold Panda of wijlen School Of Seven Bells (snif!) in de portfolio. En dat doen we dus, wanneer ze een Soedanees-Amerikaanse non-binaire poëet-acteur-zanger-producer naar voren schuiven. ‘I Should Call Them’ is het eerste volwaardige doorbraakalbum dat ergens een crossover zoekt tussen r&b, roots, trap, songwriterschap, elektronische oprechtheid en authentieke indiepop. Eeeeeuh? In elk geval iets met een handvol hipsters als gasten, zijnde Gallant, serpentwithfeed of Sid Srifam. Oh ja, en ook iets met performance in de Netflix-serie ‘Sex Education’, drie voorafgaande ep’s met pakweg Bon Iver, Travis Scott of Denzel Curry, die samen vierennegentig miljoen streams scoorden en drie titanen als producer met elk een Grammy-nominatie op zak en een waaier aan artiesten onder de vleugels, waarvan zelfs wij de alfabetische opsomming niet aandurven.
Eerlijk gezegd? Dat soort vooruitgeschoven internationale sterren laten we ook doorgaans doorsijpelen tot de grotere muzikale media die in de perstekst geparafraseerd worden. Om maar niet te zeggen dat lovende quotes van de New York Times, Rolling Stone of NPR onze koude Belgische kleren niet raken. Iets als: “Eerst zien of horen en dan geloven”.
De conceptuele debuutplaat van Dua Saleh gaat over een koppel dat elkaar vindt, uit elkaar groeit en in de finale fase en net voor het einde van de wereld elkaar terugvindt. Hollywoorddrama – deeeeuh? In de laatste van de elf tracks, 2excited, vervaagt het mensdom tot een chaos van klaterende en stuiterende drums en zware heavy metal-rockgitaren. Want ja, in de ogen van een r&b-star staat metal wat gelijk met de Apocalyps.
En dat is niet verwonderlijk, want het vaak hoge en frêle stemmetje van Saleh, dat ook nog eens met vocoder vervormd werd, is natuurlijk geen maat voor echt zwaar werk. Het is eerder iets voor een bedje van kabbelende elektrohiphop met vioolsamples, moeilijk definieerbare effectjes of samples en productioneel precisiewerk (en tracks die zo vol geluidjes zitten, dat een ADHD’er er nog dol van zou worden). Voor liedjes die zelfs de drie minuten niet halen, waarin de songwriter onder meer laat weten dat ze “tired of playing games” is en voortdurend hem/haar seksuele en relationele onzekerheid bezingt.
Of voor een stevig bed van marketingcampagnes natuurlijk. Want je ruikt op deze plaat op één of andere manier wel de dollars. Zelfs op een meer intiem overkomende r&b-ballade als Time & Time Again of in een toefluisterend, uitgevaagd Television, waar je in de credits zomaar eventjes zeven verschillende producers-songwriters terugvindt.
Laten we dus even eerlijk zijn: dit is niet echt ons ding, ook al kunnen we wel appreciatie opbrengen voor de enkele momenten op deze plaat dat Dua Saleh wel wat “panache” durft geven. Zoals een heerlijk druppelende dubstep Bo Peep (over ambigue seksaliteit) of een op een heerlijke oldskool hiphopgroove bubbelend Coast, met Gallant als vocale partner. Maar daarnaast vinden we deze muziek wat te bevreemdend, weinig oprecht en moeilijk op gewicht te brengen. En dat is allicht ook mede omdat wij geen TikTok-account hebben of helemaal “mee” zijn met een generatie, die van alles bevrijd wil zijn, maar veel moeite heeft om zonder steunwieltjes op de benen te blijven staan.