Dry The River - Shallow Bed
RCA Records
Dry The River zal voor sommigen mogelijk al geen onbekende meer zijn. Het Engelse vijftal, dat haar wortels heeft liggen in de zuidelijke, ondergrondse hardcorescene, werd reeds bij de oprichting in 2009 nauwlettend door pers en publiek in de gaten gehouden en tourde al intensief door binnen- en buitenland. Nu `Shallow Bed` eenmaal het licht heeft gezien, rijst de simpele vraag: waarom, eigenlijk? Het debuutalbum verzuipt namelijk in pathos, maar de songs zijn in essentie inwisselbaar.

Het begon nochtans inderdaad zo veelbelovend. De fraaie opener Animal Skins, die ons met een sterk meezingrefrein á la Arcade Fire en een slepende zeven achtste om acht achtste maat de plaat laat binnenzweven, blijkt echter het enige liedje dat werkelijk de moeite waard is. Terwijl het toch nadrukkelijk de intentie van de band lijkt te zijn om haar luisteraars met dit album te imponeren en overdonderen. Niet voor niets haastte de groep zich bepaald niet, bracht het eerst drie ep´s (waarvan twee in eigen beheer) en twee singles uit en nam vervolgens pas Peter Katis in dienst voor haar eerste full-length.
De invloed van de vermaarde producer, die eerder al achter de knoppen zat bij onder meer Interpol, The National, en The Twilight Sad is onmiskenbaar; `Shallow Bed` klinkt etherisch en orkestraal. Ons bekroop echter het nare gevoel dat Katis louter is aangesteld om met veel toeters en bellen de zwakke songs te verhullen. Op enkele spaarzame momenten na (de mooie outro van het Mumford & Sons-achtige History Book) mist het album over de hele lijn simpelweg de spanning en originaliteit om echt furore te maken.
Neem nu Shield Your Eyes, een groots bedoelde song vol verwijzingen naar Frygische mythologie, die feitelijk niet meer om het lijf heeft dan een willekeurige kraker in een gezellige Ierse pub – met alle respect voor Ierse pubs, overigens. In Demons, dat als tweeluik met Bible Belt de kern van het album vormt, valt de groep opnieuw flink door de mand: het is het moment waarop doordringt dat zanger Peter Liddle, weliswaar gezegend met een mooie falset, eigenlijk bar weinig andere richtingen uit kan met zijn stem.
Ook het slot Lion´s Den getuigt van creatieve armoede en eentonigheid. Wat begint als een mooi folkwijsje moet per se almaar luider en luider, tot een overdadige zeven minuten aan toe, terwijl het in bombasme zwelgende album nu juist ontzettend gebaat zou zijn geweest bij een sierlijker, klein gehouden nummer. Dry The River heeft in al haar goede bedoelingen om een gevoelige zwijmelplaat te maken kortom nog veel te leren. Wij stellen daarom voor dat de groep terugkeert naar de repetitieruimte om daar de komende jaren te sleutelen aan overtuigender materiaal.