Drift. - Symbiosis

Tapete Records

Symbiosis

Even voorstellen. De Italiaans-Engelse artieste Nathalie Bruno geraakte via een boek van Klaus Schwab geïnteresseerd in een nieuwe vorm van naar zichzelf en de wereld kijken: met wiskundige wetmatigheden, vermengd met menselijke emoties. Verdere fascinatie voor jarenzeventigkrautrock (Can, Cluster, Harmonia, Neu!) en avant-pop-experimentalisme leidde stilaan tot dit bijzondere debuutalbum, een zwaar cultureel doorspekte plaat die een breed etiket als pop-ambient-wave-kraut-experiment verdient.

Een titel geleend van William S. Burroughs, een cover vol mensen en impressies die elke vorm van social distancing tegenspreekt van de hand van comic-illustrator Jack Smith, ... Drift. (met puntje achteraan) is een spons van invloeden. En dat merk je ook een beetje aan de muziek. In ‘Symbiosis’ kom je vriend en vijand tegen, bekend en onbekend. Vaak erg vlot en soepel, maar soms ook wat gewrongen.

Ergens waart nog de synthesizer-coldwave-spirit rond die Drift. op de voorgaande ep’s kenmerkte: een beetje beat, veel mystiek en een duistere sfeer. Maar die elementen zijn grotendeels weggevaagd en hebben plaats gemaakt voor drones, synth-tapijten, desolate geluiden, eigenwijze drum- en basritmen en bizarre veldopnamen. Man versus machine. Emotie versus berekening. En daar is nauwelijks zang of tekst voor nodig. Overigens, alle instrumentale bijdragen werden door Bruno zelf ingespeeld en geassembleerd. Zoals het hoort.

Laten we beginnen met het begin: Masquerade I, een door elkaar hobbelend geheel van piano, bas, drone, dwarsfluit, gitaar en elektronica die volgens eigen cadans en wetmatigheid samen een solide ritmeconstructie vormen. Een intrigerend stukje kraut-experiment, overgaand in de tweede song, het filmische Human met industriële grooves, speechsamples over kapitalistisch-economische theorieën en de hoog scanderende stem van Nathalie Bruno. En zo heb je meteen de uiteinden. Hard tegenover zacht.

Ritmische spitsvondigheden en dromerige, zweverige sfeerprenten wisselen elkaar af. Vaak met gebruik van hardnekkige basisthema’s die in eindeloze cadans een enigszins somber, machinaal karakter krijgen terwijl samples, kleurvullingen en neveninstrumenten deze muziek vermenselijken. Verder draait ook alles om analoge synthesizers. Zo leent Masquerade II Kraftwerks Autobahn-toetsen en is Atomic Soldier een fraai stukje vintage elektronica met mechanische dubbelzang. Voortdurend lijk je in het Berlijn van eind jaren zeventig te vertoeven. Niet voor niets dat de instrumentele industrial-ambient-noise-dub-afsluiter A.V.T.T.C samples uit Lou Reeds Metal Machine Music bevat.

Dit is een album met een sombere schoonheid en diversiteit, een plaat vol experiment, maar dan esthetisch verantwoord. Een ontdekking voor wie duistere elektronica een warm hart toedraagt en knipogen naar coldwave en industriële mechanica weet te appreciëren. Weird op een mooie manier.

Misschien nog één tip: deze muziek hoor je op vinyl te beluisteren.

2 juli 2020
Johan Giglot