Dreuhnigheit - Rheutels

Belgian NeuMusik

Rheutels

Bizar. Dat is Dreuhnigheit – koeterwaals voor “gedreun”. ‘Rheutel’ vertelt een soort van verhaaltje over een gelijknamig buitenlands volkje dat in oorlog leeft met de Zwanstikas. Of dat maken wij er dan van. Want voor hetzelfde geld is een Zwanstika een eigen definitie voor de zeldzame wilde zwaan, een mooie vogel uit het hoge noorden, die verward kan worden met onze’ eerder exotische knobbelzwaan. Soit. Om maar te zeggen dat wat hier gebeurt, één grote waas is. Wel een leuke waas.

Dreuhnigheit is een uniek project van analoge en modulaire synthfreaks Onsturicheit (Peter Moorkens) en Dreun (Joost Carpentier). Een soort van experiment. Een uit de hand gelopen jam. Een iets uit niets. Zes lange tracks beginnen grotendeels met een flard van een verhaal, een episode of passage die na niet te lange tijd ophoudt. Maar die ook meer en meer onverstaanbaar wordt door stemvervormers en diepe echo-effecten naargelang het album evolueert. Dat is één.

Van de eerste tot halfweg de tweede track, krijg je zo’n Nederlandstalig verhaaltje dat met bizarre digitale scapes en sfeerklanken wordt ingeblikt in een soort van X-files-achtig geheel. En dan leggen een verhakte breakbeat en idm-scapes Moorkens het zwijgen op. Modulaire pulsen en uit willekeur ontsnapte melodieën laten Zwanstikas uitgroeien tot een tegelijkertijd hard bonkend en zacht wegzwevend geheel. Van spoken word-poëzie tot heerlijk dromerige hiphop-ambient. Waarom ook niet?

Zeker even eigenwijs en bijzonder is zwaartepunt Shoxstrot, met twaalf lawaaierige minuten de meest extraverte track van dit muzikale experiment. Bij aanvang doezelt het nummer een tijd lang in absurditeiten en ambientesk waaiende scapes, buitenaardse geluiden waar je geen honingbeertje van begrijpt. Als pittige confrontatie gaan die over in stevige, diep industriële techno.

En zo heeft elk van de zes tracks op ‘Rheutels’ wel zijn eigen bestaansrecht. Met veel gehobbel, gezweef en gefrutsel. Maar ook met solide (break)beats en heerlijk glijdende melodieën. Op de tweede, lange helft van de plaat (en onze favoriete kant) krijg je trouwens voornamelijk dromerige en tochtige ambientelektronica met bevreemdende geluiden en repetitieve, druppelende beats.

Het lijkt op het eerste gehoor misschien een bizar, poëtisch-elektronisch experiment, maar wij horen vooral veel vertrouwd aanvoelende, doezelende digitale muziek met knipogen naar de golden nineties der idm. Dus ja, we zijn zeker wel fan.

22 november 2021
Johan Giglot