Deafheaven - Infinite Granite
Sargent House
Controverse. Of het nu de bedoeling was of niet, Deafheaven heeft er altijd mee gespeeld. En de pers ging daar graag op in. Is dit wel black metal? Wat moeten we hiermee? Ook nu weer flikt de band uit San Francisco rond zanger George Clarke en gitarist Kerry McKoy het.
Want de hoes van de plaat mag er dan nog heel erg onheilspellend uit zien, opener Shellstar begint haast lieflijk met de gitaar van McKoy en Clarke die – echt waar – zingt. Dat wil zeggen: de teksten zijn verstaanbaar zonder dat je ze moet opzoeken om zeker te zijn. En de gitaren worden niet voortdurend door pedalen gejaagd. Het is even slikken, maar fans van Nothing zijnde, kunnen wij dit best wel smaken.
En het blijft getuigen van de nodige ballen. Niet al te veel bands en/of artiesten durven evolueren zoals Deafheaven dat deed en doet. En dan al zeker niet binnen metal, zelfs al blijven de liefhebbers van dat genre bij de meest vredelievende en vriendelijke muziekliefhebbers van allemaal. Deze groep komt hier ook mee weg. Misschien net omdat ze de voorgeschiedenis (en de fans?) hebben. Het maakt hen tot wat ze zijn: durvers. Iets wat met de huidige hang naar (sociale media-)aandacht helemaal niet vanzelfsprekend is (of misschien net wel).
Dan blijven er nog de songs. Dreampop hebben wij het al horen noemen. Ze doen maar. Persoonlijk vinden we shoegaze beter aansluiten. Het doet er uiteindelijk weinig toe. Clarke bewijst dat hij wel degelijk kan zingen en McKoy staat alweer garant voor goede songs, ongeacht het genre waarin ze deze keer gespeeld worden. Je zou ze zelfs gevoelig of – nog verder opschuivend – lieflijk kunnen noemen, een adjectief waarvan wij bij de eerste platen nooit gedacht hadden dat wij het ooit zouden gebruiken voor de muziek van Deafheaven.
Is het zo gek als we zelfs met een naam als George Michael bovenkomen, als we George Clarke aan het werk horen in een song als Great Mass Of Color, ook al worden de distortion-pedalen hier wel eens opengedraaid en worden naar het einde van de song toe de screams als vage herinneringen aan het verleden over het nummer gedrapeerd. “Do you need this confusion?”, vraagt Clarke zich af. Wel, euh...
Dan is er nog de vraag: weerstaat deze poging de druk? Los van het feit dat deze band hier toch enige grenzen verlegt, kunnen wij ons niet van de indruk ontdoen dat de intensiteit, die albums als 'Sunbather' zo kenmerkten, hier een beetje verdwenen is. Zoals The Stranglers toch ook toegaven aan de “commerciële druk” met Golden Brown, zelfs al waren ook zij niet vies van enig experiment tijdens de wildste punkjaren. O ja, het blijft allemaal aangenaam om naar te luisteren en af en toe – met name in Villain en afsluiter Mombasa – slaan de stoppen nog eens stevig door. Maar wat komt hierna?
Laat ook maar. Momenteel hebben wij de handen vol aan dit nieuwe werkstuk, dat misschien niet de oren deed spitsen tot het absolute einde, zoals dat bij vorige platen toch wel het geval was, maar desondanks meer dan genoeg intrigeert. Blijft nog de vraag: wat dit gaat geven tijdens live shows?