De Kift - Niemandsland

Eigen beheer

Niemandsland

Het grensgebied dat aan niemand toehoort, de zone tussen twee oorlogsfrontlinies, een gebied waar niks te bekennen valt, … Of toch?

Misschien is het wel het land van iedereen. Overal dus. Of ook weer niet. Met De Kift weet je tenslotte nooit. Wat we wel weten – en dat weet iedere Kift-fan intussen al heel lang – is dat het gezelschap er weer een pareltje van gemaakt heeft. Uniek in zijn gelijkheid, zoals steeds. En dan hebben we het alleen nog maar over de verpakking, de buitenkant, de ansichtkaarten allerhande.

Want binnenin hebben Ferry Heijne en de zeijnen er ook weer het nodige werk gestoken. En dat werk, dat is dan op zoek gaan naar passende pakkende teksten voor bij de fanfarepunk, die ze naar eigen zeggen enigszins terug hebben gebracht naar de basis. En wij zagen dat echt wel, toen eerste single Rode Maan door ons venster scheen. Er zijn die gitaar en die bas, de typische drumroffels van Wim Ter Weele en uiteraard de blazers. En Ferry Heijne zingt zijn onmacht van zich af, ondersteund door Roos Janssens en uiteindelijk de hele band als koor. Genoeg om het licht van 'Niemandsland' in onze ogen te zien weerkaatsen.

Opener en titelnummer Niemandsland zet de donkere toon van het gelijknamige album. “Ik ben een kraai die leed krast in de taal”. Het leven is nu eenmaal niet altijd een lachertje. Voor de teksten vond Ferry Heijne trouwens inspiratie in verschillende bronnen, die telkens weer vermeld worden in het tekstboekje. Voor de opener was dat bijvoorbeeld die andere zwarte kraai, Johnny Cash. Maar het kan evengoed een gedicht of een stukje proza zijn geweest, die vermalen werd tot een lied.

Regelmatig drukt de band je met de neus op de klimaatfeiten. In Kompanen vraagt de band zich af of het niet de wereld is die genoeg krijgt van ons in plaats van omgekeerd. En in Mooi klinkt het: “Een landschap is het einde van de eindtijd van de mens”. Je kan er ook al lang niet meer omheen dat wij de wereld naar de knoppen aan het helpen zijn. Maar dat wil niet zeggen dat het allemaal kommer en kwel is. Er is nog steeds meer dan genoeg schoonheid te vinden, niet in het minst in de liedjes van De Kift. Want “Er is leven, vreugde en verdriet” (Lied Van Mijn Gramschap).

Muzikaal heb je wel eens het idee dat je bij een Klezmer-orkest bent beland. In De Nacht bijvoorbeeld dat met vrolijke klanken de weemoed bezingt. Maar de punky gitaar is eigenlijk in geen enkel nummer echt veraf. Uitschieter wat ons betreft is Vogels met een stukje tekst uit 'The Road' van Cormac McCarthy. Over een eenzame gitaar vraagt een vrouwenstem de vraag waarop ze eigenlijk al een antwoord heeft en die – hopelijk – nooit bewaarheid wordt. Opnieuw is het klimaatprobleem niet veraf.

En zo gaat het de hele plaat lang. In het 'Niemandsland' van De Kift is het misschien niet altijd vrolijk toeven, maar nooit is er wanhoop. Je kan er dansen op een Wals of genieten van het moois dat de natuur toch nog steeds te bieden heeft. Dan is alles misschien nog niet verloren.

15 november 2024
Patrick Van Gestel