De Jeugd van Tegenwoordig - De Lachende Derde
Magnetron Music
Het derde album van de Jeugd van Tegenwoordig, ‘De Lachende Derde’, is alles wat hij moet zijn: de kers op de taart, een muzikaal juweeltje dankzij de skills van producer/beat magician Bas Bron en een postmodern coming of age-album vol feestnummers. Of de Jeugd al dan niet volwassen is geworden laten we in het midden. Beschouwende lyrics worden afgewisseld met een heerlijk lachend overwinningsgevoel (als de derde hond bij die twee die vechten om een been) en de ritmes, harmonie en raps lijken sterker dan ooit tevoren.

De Jeugd opent sterk en beschouwend met de song Zo Volwassen, Zo Beleefd, waarin ze de voordelen van internetbankieren, ontbijt met vlokken en het simpele leven (naar de bakker en apotheek gaan) bezingen en erg overtuigend hun veranderde leven overlopen (“Nuchter zijn miste ik eigenlijk het meest”). In heuse croonerstijl (saxofoons!) worden wijsheden als “Nu is het tijd om te geven.” verkondigd.
Wie dacht dat die sérieux nu zou worden aangehouden, wordt met het tweede nummer Sexy Beesten meteen op zijn plaats gezet. In de traditie van Applaus worden ook hier alle vrouwelijke lichaamsdelen in de vettige verf gezet. Verder in de categorie “Vrouwen en seks” vinden we Hengel At A Bitch, een geweldige mix van beats en lyrics die zo van 50 Cent lijken te komen en die doorspekt worden met sappige Hollandse vismetaforen (“Teruggooien? neej! Vanavond wordt er vis gegeten”).
Zilt gaat verder in dit straatje, met provocerende lyrics (“De een is je moeder en de ander is je zus”) en een zuiderse beat. Andere zuiders getinte feestnummers zijn onder andere Aldiedingen en Let’s Get Spanish, waarmee de Jeugd dus ook meteen enkele zomerhits voor 2011 aflevert.
Karaktertekeningen vinden we in het hyperactieve Tante Lien en De Broer Van Edwin, een soulvolle song over de belastingscontroleur (“Hij zegt never dankjewel”). De beste en meest symbolische song is echter de eerste single Sterrenstof, die alles waar ‘De Lachende Derde’ voor staat samenvat: een lekker deuntje, victorie om het succes (“En ik lach in mezelf”), liefdesgeluk (“En al die vlinders in mijn buik zeiden nee tegen die drugs”), woordspelletjes (“Lossoe in de Sky met Diamonds om m’n nek, Bitch”), en catchy tunes. Hoewel drugs in vele songs worden afgezworen, is de psychedelica en de roes nooit veraf (“Je gaat lekker als je wappie bent”).
De invloed van Faberyayo’s soloprojecten (Solonaise en Uniform) zijn terug te vinden in zijn rijmpjes en scherpe solo’s. Ook zijn relatieleven (“Met m’n mokaprinsesje op m’n bankje”) zorgt voor een iets rijpere Faberyayo, terwijl Willie Wartaal wat meer moeite lijkt te hebben met de vrouwtjes dan vroeger (Huilend Naar De Club). Vjezze Fur is zijn eigen perverse zelf. En tezamen klinken ze als De Jeugd, maar dan anders.
‘De Lachende Derde’ is een feest voor de fans, die meer-van-hetzelfde-maar-toch-anders krijgen en een vette kluif hebben aan de vijftien songs op het album. Jonge honden worden groot, maar verliezen gelukkig nooit echt hun streken.