Dayme Arocena - Cubafonia

Brownswood Recordings

'Cubafonia' is het tweede album van de piepjonge Daymé Arocena. Drieëntwintig jaar jong, maar ze zingt alsof ze nooit iets anders gedaan heeft. Ze is dan ook één van de rijzende sterren van de Afrocubaanse muziek, mee onder impuls van de invloedrijke dj Gilles Peterson. Na 'The Havana Culture Sessions'-ep, full album 'Nueva Era' en een 'One Takes'-ep vol covers is er nu een opvolger.

Cubafonia

Daymé Arocena werd ontdekt door François Renié, directeur van Havana Club en medeoprichter van het Havana Cultura platform, dat in samenwerking met Brownswood Recordings in 2008 de allereerste ep van Arocena (een mix van jazz en latin, met een fantastische herwerking van de classic Cry Me A River) uitbracht. Ze ontmoette Peterson, die haar aan een breder publiek hielp, en werkte mee aan het in 2014 verschenen Havana Cultura Mix album, waarop ze werkte met enkele elektronicaproducers.

Tot dan schipperde ze vaak tussen Havana en Londen, maar de laatste jaren heeft ze, door het steeds grotere succes van haar muziek, kunnen optreden op de meest uiteenlopende festivals en in concertzalen wereldwijd. Zo speelde ze samen met Roy Ayers en Miguel Atwood-Ferguson (die de strijkers op dit nieuwe album in goede banen leidde) en citeert ze Kendrick Lamar en Anderson.Paak als artiesten op de eigen bucketlist.

Ook haar klassieke achtergrond in koorzang wordt duidelijk op 'Cubafonia'. Jazzvocalistes als Ella Fitzgerald en Nina Simone zijn nooit veraf. Tezelfdertijd slaagt ze erin om haar muziek soms ook van catchy pophooks te voorzien. Het resultaat is een swingende mix van pop, jazz, latin en rumba met een Afrikaanse en Cubaanse twist. Zoals het haar uitkomt, zingt ze in het Spaans, het Engels en zelfs het Frans. Ook stilistisch probeert de hard werkende Arocena van alles uit; van de jachtige changui, de onvergetelijke guaguanco tot downtempo, romantische ballades.

Al van bij opener Eleggua - een losjes uit de pols gespeelde bas, drums en blazers - start het bruisende feestje en dat houdt een dikke veertig minuten aan. En als kers op de taart is er die krachtige stem waarmee ze volop varieert. La Rumba Me Llame Yo moet het hebben van dansbare ritmiek en funky tonen; ideaal om een party mee op te luisteren. En ook intiemer werk, waarop het heerlijk slowen is, zoals Lo Que Fe komt aan bod.

In Maybe Tomorrow duikt er speelsheid en experiment op en bewijst Arocena dat haar stem niet alleen krachtig is, maar ook zuiver klinkt terwijl haar band de toonladders op en neer klimmen. Negra Caridad doet dan weer denken aan westernfilms en het opzwepende, funky Mambo Na' Ma geeft live ongetwijfeld vonken.

Eén van de hoogtepunten is Como dat aanvankelijk lijkt te bestaan uit een trieste piano en haar stem. Zo neemt Arocena heel even de allures van een diva aan, al schakelt ze na een korte intro snel over op een meer loungy ritme, waarmee ook Todo Por Amor (een traag ritme, een streepje akoestische gitaar en die loepzuivere stem) zijn voordeel doet. En ook in de laatste paar songs (Angel, het moment om een Cubaanse sigaar op te steken, de dansvloervuller It's Not Gonna Be Forever en uitsmijter Valentine) weet de zangeres een fantastische sfeer te creëren.

Dayme Arocéna staat op 5 april in De Roma in Antwerpen en op 8 april in Espace Senghor in Brussel.

21 februari 2017
Philippe De Cleen