Danger Mouse And Sparklehorse - Dark Night Of The Soul
Parlophone
Over de doden niets dan goed, een oude volkswijsheid die ook voor ‘Dark Night Of The Soul’ opgaat. Het album is een unieke samenwerking tussen multi-instrumentalist, producer en duivel-doet-al Danger Mouse en de betreurde Sparklehorse frontman Mark Linkous. Samen wisten ze een indrukwekkend rijtje gasten rondom zich te scharen voor de opnames van deze plaat. Het resultaat is verbluffend. Dertien kanjers, waarvan geen enkele song moet onderdoen voor een andere.

6 maart 2010, zwarte zondag. Uit het niets was daar plots de boodschap over de zelfmoord van Mark Linkous. Dat de man bijzonder labiel was en dat het niet de eerste keer was dat hij zichzelf van het leven probeerde te beroven wisten we al lang. Maar toch sloeg het nieuws in als een bom. Een beetje verweesd gingen we haast automatisch op zoek naar al die oude Sparklehorse platen. Stuk voor stuk haalden we ze van onder het stof en keer op keer kregen we een vuistslag recht in het aangezicht. Even waren wij vergeten hoeveel pareltjes de man op zijn conto heeft. Prachtige, intense en vooral gedreven meesterwerkjes, zonder één enkele uitzondering. Van de ruwe bolster die ’Vivadixiesubmarinetransmissionplot’ rond zich draagt over het gepassioneerde ‘Good Morning Spider’ naar het breekbare ‘It’s A Wonderful Life’. Wij durven ze haast de noemer ‘tijdloos’ geven.
Het heeft wat voeten in de aarde gehad, die release van ‘Dark Night Of The Soul’, wat het opus alleen maar mythischer maakt. Zeker als je weet dat naast de bezieler van het project ondertussen ook één van de gastzangers niet meer is. Vic Chesnutt, verantwoordelijk voor het grimmige, maar wondermooie Grim Augury overleed vorig jaar op kerstdag.
Het oorspronkelijke idee om dit album uit te brengen dateert overigens al van 2006. Toen werkten Linkous en Brian Burton (de echte naam van Danger Mouse) samen aan ‘Dreamt For Light Years In The Belly Of A Mountain’ (het vierde én laatste album van Sparklehorse als je ‘In The Fishtank’, opgenomen met Fennesz, even niet meetelt). Linkous had enkele songs geschreven die hij zelf eigenlijk niet wou zingen, waarop Burton voorstelde om een paar gastzangers in huis te halen. De rest is geschiedenis, althans als je het gerommel met de platenmaatschappij even buiten beschouwing laat. Na enkele jaren van discussie en over en weer schelden zijn de plooien blijkbaar glad gestreken en ligt het plaatje dan eindelijk in de rekken.
Uitermate gecharmeerd zijn wij door de openingstrack Revenge waar Wayne Coyne van The Flaming Lips zich van zijn beste kant laat zien. Dit slepende epos zet meteen de toon voor de bijdrage van Grandaddy’s zaliger Jason Lytle die met Jaykub wat ons betreft het niveau van voorgenoemde band meer dan bereikt. Even later doet hij dit opnieuw met het ingetogen, barokke Everytime I’m With You.
Julian Casablancas (The Strokes), Black Francis (Pixies) en Iggy Pop (Iggy & The Stooges) zorgen er dan weer voor dat de gepolijste gitaren op een volledig eigenzinnige manier in crescendo gaan met achtereenvolgens Little Girl, Angel’s Harp en Pain terwijl een kreunende grafstem van (ja, u leest het goed) David Lynch het licht uitdoet met de titelsong van het album.
Schitterende plaat die je niet loslaat!